Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Gegevens Betreffende Het Product; Systeemvoorwaarde; Belangrijke Adviezen Voor Het Gebruik - Bosch ME 200 Installationsanleitung Für Den Fachmann

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für ME 200:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 15

Gegevens betreffende het product

2
Gegevens betreffende het product
De module ME 200maakt de aansluiting van een alternatieve warmte-
producent op een EMS 2-regelsysteem mogelijk. Als alternatieve warm-
teproducent is bijvoorbeeld een watervoerende kachel of een
biomassaketel mogelijk.
• De module is bedoeld voor de aansluiting van een alternatieve warm-
teproducent met buffertank op een EMS 2-regelsysteem. Als optie
kan de alternatieve warmteproducent worden aangestuurd.
• De module is bedoeld voor het automatisch blokkeren/vrijgeven van
een conventionele EMS 2-warmteproducent afhankelijk van het buf-
fervatniveau en de actuele warmtevraag.
• De module is bedoeld voor de regeling van het be- en ontladen van
het buffervat met bijbehorende pompgroep en omschakelventiel
(buffer-bypass-schakeling) resp. mengventiel (Premix Control).
• De module is bedoeld voor het registreren van de buffervattempera-
tuur (boven, midden, onder) systeemaanvoertemperatuur na de buf-
fervaten, buitentemperatuur en de aanvoer-, rookgas-
retourtemperatuur van de alternatieve warmteproducent.
• De module kan autonoom (zonder BUS-verbinding met een conventi-
onele warmteproducent) of in een systeem (via EMS 2-regelsy-
steem) met een conventionele warmteproducent worden toegepast.
De werking van de module AM200 wordt bepaald via de codeerscha-
kelaar (hoofdstuk 2.4, pagina 77).
De combinatiemogelijkheden van de module zijn opgenomen in de aan-
sluitschema's.
2.1

Systeemvoorwaarde

• De module kan autonoom (zonder BUS-verbinding met een conventi-
onele warmteproducent) worden toegepast. Hiervoor is een sy-
steembedieningseenheid CR 400/CW 400/CW 800 nodig.
• De module heeft voor de communicatie via de BUS-interface EMS 2
(Energie-Management-Systeem) de volgende bedieningseenheid in
het systeem nodig:
– CR 400/CW 400/CW 800 vanaf softwareversie NF18.04
– Bij toepassing in een systeem met een conventionele warmtepro-
ducent: CR 400/CW 400/CW 800 of UI 800
– De communicatie via bedieningseenheden voor warmtepompen
is niet mogelijk.
• De module ME 200 biedt de mogelijkheid om de conventionele
warmteproducent te blokkeren bij voldoende warmte van het buffer-
vat. Er zijn twee mogelijkheden voor het blokkeren:
– Blokkeren via EMS 2 (voor automatisch herkende ondersteunde
regelaars)
– Blokkeren via aansluitklem OEV met schakelcontact (voor niet on-
dersteunde regelaars)
• Bij het blokkeren van de conventionele warmteproducent via BUS-in-
terface EMS 2 wordt de aansluitklem OEV van de ME 200 niet ge-
bruikt. De blokkering via de BUS-interface wordt momenteel alleen
bij de volgende regelaarseries ondersteund:
– MX 25 vanaf V1.44 (> 04/2018)
– ACU M/Hx (GC9800iW, GC7800iW, GC5x00iW, ...)
• Voor het blokkeren via de aansluitklem OEV moet de cv- en warmwa-
terfunctie in combinatie met gasgestookte wandketels via het buffer-
vat zijn gerealiseerd. Voor het beladen van het buffervat is een eigen
cv-circuitmodule MM 100 (adres 9) nodig. Niet met blokkeerfunctie
realiseerbaar zijn in dit geval hydraulische systemen, waarin het
warm water direct van de gasgestookte wandketel wordt geladen
(zonder buffervat).
76
• Voor wandhangende conventionele warmteproducenten met sy-
steembedieningseenheid C 400/C 800 is bij warmwaterbereiding
met eigen boilerlaadpomp het toepassen van één of meerdere cv-cir-
cuitmodules MM 100 (adres 9 of 10) voor de regeling van de warm-
waterfunctie nodig. Dit is niet nodig bij gasgestookte wandketels met
systeembedieningseenheid UI 800.
• Voor het beladen van het buffervat door de ME 200 moet de alterna-
tieve warmteproducent waterdoorstroomd zijn en een aanvoertem-
peratuursensor mogelijk maken. Wanneer de
aanvoertemperatuursensor bij stilstaande pomp niet warm wordt, is
bovendien een rookgastemperatuursensor nodig.
• Voor het regelen van de alternatieve warmteproducent moet deze een
passende aansluiting hebben (potentiaalvrij contact voor aan/uit-sig-
naal en als optie een 0-10 V interface).
Wanneer bijv. een pelletkachel in de woonruimte handmatig bedienbaar
moet blijven (zonder ME 200 schakelcommando), dan moet deze via de
interne elektronica van de pelletkachel worden gerealiseerd.
• Een alternatieve warmteproducent met retourtemperatuurverhoging
via een elektrische mengkraan vraagt om een retourtemperatuursen-
sor na de mengkraan.
• Gebruik om de efficiënte werking van de cv-installatie te waarborgen,
een buffervat van het type B...-6 of nieuwer.
2.2

Belangrijke adviezen voor het gebruik

De module communiceert via een EMS 2-interface met andere EMS 2-
compatibele BUS-deelnemers.
• Voer bij gebruik van een alternatieve warmteproducent elk cv-circuit
uit met een mengkraan. Wanneer slechts één cv-circuit aanwezig is,
kan een interne temperatuurregeling de mengkraan vervangen.
• Sluit, wanneer de alternatieve warmteproducent alleen het warm wa-
ter verwarmt en een gasgestookte wandketel met CR 400/CW 400/
CW 800 het cv-water verwarmt, de conventionele warmteproducent
niet aan op de aansluitklem OEV van de ME 200.
• Belangrijk: in installaties met warmtepomp mag de ME 200 niet op de
EMS-BUS van de warmtepomp worden aangesloten, maar als volgt:
– In bivalente installaties bestaande uit conventionele warmtepro-
ducent en warmtepomp: aansluiting op EMS 2-BUS van de con-
ventionele warmteproducent.
– Anders: module ME 200 autonoom gebruiken.
– In stadsverwarmingssystemen ( afb. 28) is regeling van de re-
tourbedrijfsomstandigheden niet mogelijk.
• De opstellingsruimte moet voor de beschermingklasse conform de
technische gegevens van de module geschikt zijn.
• Wanneer een warmwaterboiler is aangesloten:
– Kan de thermische desinfectie niet gegarandeerd worden bij auto-
nome alternatieve warmteproducenten.
– Stuurt de conventionele warmteproducent direct het warm water
inclusief de thermische desinfectie.
– Moet de thermische desinfectie eventueel handmatig worden be-
waakt. Respecteer de handleiding van de warmteproducent.
• Wanneer de alternatieve warmteproducent de boiler belaadt en de
ME 200 de alternatieve warmteproducent actief aanstuurt, moet de
streeftemperatuur bij het beladen van de boiler zo mogelijk op de
aanvoerstreeftemperatuur van de alternatieve warmteproducent
worden ingeregeld.
– CW 400/CW 800  Instellingen warm water > ... > Aanvoer-
temp. verhoging
• Let erop, wanneer extern warm water na de evenwichtsfles is geïn-
stalleerd, dat de instelling Start boilerlaadpomp in CW 400/
CW 800 op direct wordt ingesteld. Wanneer de sensor TB4 op het
buffervat is geïnstalleerd, kan als alternatief de instelling Start boi-
lerlaadpomp ook op Temperatuurafhankelijk worden ingesteld.
ME 200 – 6721841615 (2021/11)

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis