Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
NL
Zeer geachte klant,
lees de gebruiksaanwijzing voor ingebruikname
van het product goed door en houd strikt de
hand aan de in de gebruiksaanwijzing genoemde
tips. Opvolgen van deze tips is noodzakelijk om mogelijke
gevaren zoals materiële schade en verwondingen te
voorkomen.
Maak u voor gebruik van de autokrik vertrouwd met die
krik en zijn toepassingen zodat u de krik goed en voor
alles veilig bedienen kunt. Bent u ergens onzeker over of
heeft u vragen neem dan contact op met uw dealer en
laat u zich door hem de werking uitleggen.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verwondingen
en schade die door of als gevolg van het niet de hand
houden aan deze gebruiksaanwijzing ontstaan. Bewaar
deze handleiding voor later gebruik en overhandig de
handleiding aan andere personen als u de krik aan hen
ter hand stelt.

Beoogd gebruik

Deze autokrik is uitsluitend gefabriceerd voor het optillen
en neerlaten van auto's met een maximaal nominaal
gewicht van 2000 kg (2,0 t). De autokrik voldoet aan
richtlijn EN 1494/A1: 2008. Alleen voor privégebruik. Alle
andere toepassingen zijn niet geoorloofd.
Veiligheid-
s tips voor
autokrikken
1. Gebruik de autokrik alleen waarvoor deze bestemd is.
2. Gebruik de autokrik alleen voor het optillen en laten
zakken van auto's. Til met de autokrik nooit personen
omhoog!
3. Wees als u de autokrik gebruikt altijd voorzichtig
en attent. Let bij het bevestigen en verwijderen van
accessoires, zoals bijv. de hefstang, op uw handen en
vingers: er bestaat gevaar voor kneuzingen.
4. Beveilig de op te krikken auto voordat u deze opkrikt
tegen onbedoeld wegglijden. Trek de handrem aan en
zet de auto in de eerste versnelling. Blokkeer de wie-
len die niet worden opgetild met daarvoor geschikte
wielblokken.
5. Beveilig de opgekrikte auto door daarvoor geschikte
steunbokken tegen onbedoeld omlaag zakken.
• Als de uit te oefenen handkracht groter is dan
400 N, roep dan de hulp in van een tweede persoon.
6. Werk nooit onder een opgekrikte last zolang deze niet
door daarvoor geschikte middelen beveiligd is.
60
f1.mts-gruppe.com
201221_10809_FloorJack_FJ250_BDA_Inhalt.indd 60
201221_10809_FloorJack_FJ250_BDA_Inhalt.indd 60
7. Zorg ervoor dat de opgekrikte auto op de autokrik
niet bewegen kan.
8. Gebruik de autokrik alleen op een verharde, vlakke
en droge ondergrond. Op onverharde, ongelijke of
vochtige/natte oppervlakken kan de last gemakkelijk
wegglijden.
9. Zorg ervoor dat de auto altijd gecentreerd met het
hefzadel ondersteund wordt.
10. Overschrijd de nominale belasting niet! De autokrik
mag niet zwaarder belast worden dan met 2,0 ton
omdat de krik door overbelasting (bijv. een overbelas-
ting van de mechanische eigenschappen) beschadigd
kan worden en daardoor de veiligheid van personen
niet langer gegarandeerd is.
11. Let erop dat de autokrik centraal en stabiel met het
hefzadel onder het hefpunt van de op te krikken auto
neer is gezet is. Plaats de autokrik uitsluitend onder
de door de autofabrikant aangegeven hefpunten.
Raadpleeg daarvoor de gebruiksaanwijzing van uw
auto. Wend u tot een geautoriseerde garage als u niet
zeker bent over de correcte hefpunten die u moet
gebruiken om uw auto op te krikken.
12. Zorg ervoor dat er zich tijdens het opkrikken of laten
zakken van de auto geen huisdieren, personen of
lichaamsdelen bevinden in de buurt van de draagarm,
de cilinder of het mechanisme van de krik.
13. Zorg ervoor dat als de autokrik wordt gebruikt, er zich
geen mensen bevinden in of onder de auto die wordt
opgekrikt.
14. Let erop dat niemand tegen de opgekrikte auto leunt.
15. Gebruik de autokrik niet buiten als het vriest of regent.
16. Houd de krik en de op te krikken auto goed in de
gaten terwijl het apparaat wordt gebruikt. Blijf de
autokrik en de auto in de gaten houden.
17. Controleer de autokrik voor ieder gebruik op bescha-
digingen, olielekkage, corrosie en ontbrekende delen
zoals bijv. rollers of veiligheidssplinten. Gebruik de
autokrik niet als deze beschadigd is of als er onderde-
len ontbreken.
18. Verander niets aan de autokrik.
19. Zorg ervoor dat de referentiemarkeringen die op de
autokrik zijn aangebracht, in goede staat verkeren.
20. Kinderen en personen die psychisch of lichamelijk
beperkingen hebben, mogen niet met het apparaat
werken. Zij zijn niet in staat de gevaren die werken
met het apparaat met zich meebrengt, op juiste wijze
in te schatten.
21. Gebruik de autokrik niet onder de volgende omstan-
digheden:
• onder extreme omstandigheden (bijv. in zeer koud
of zeer heet weer, onder invloed van sterke magne-
tische straling) en in vergelijkbare situaties.
• in aanwezigheid van explosieve stoffen, mijnen en
vergelijkbare situaties.
18.01.21 14:29
18.01.21 14:29

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis