Lionelo Liam Bedienungsanleitung Seite 68

5.6 Aanpassen van de hoogte van de schoudergordels
5.6.1 De hoogte van de schoudergordels mag niet te hoog of te laag zijn (afb. 10).
A – te laag
B – te hoog
C – correct
5.7 Zithoekverstelling
Het stoeltje heeft 3 zithoekverstellingen.
5.7.1 Verander de zithoek van het stoeltje, leg uw hand onder het stoeltje,
druk en houd het slot vast. Door uw hand omhoog of omlaag te bewegen,
kunt u de zithoek veranderen. Om de zittingen van het stoeltje te laten
zakken, kunt u bovendien met uw andere hand de bovenrand van het
stoeltje indrukken (afb. 11A ).
5.7.2 Aan beide zijden van het voetstuk zijn pijlen aangebracht om de
hellingsgraad van de zitting aan te geven (afb. 11B)
5.7.3 Rode pijlen - posities 1 en 2, deze instellingen zijn gereserveerd
voor leeftijdsgroep I en kunnen alleen worden gebruikt als het stoeltje
voorwaarts is geplaatst (afb. 12A).
5.7.4 Positie 3, gemarkeerd met een blauwe pijl, is gereserveerd voor
kinderen in leeftijdsgroep 0+. Dit is een half-omlaagse positie, het stoeltje
moet in deze positie achterwaarts gericht worden geïnstalleerd (afb. 12B).
5.7.5 Als het stoeltje niet ten opzichte van een van de pijlen is geplaatst,
betekent dit dat het stoeltje verkeerd is gemonteerd en gevaarlijk kan
zijn voor de gezondheid van uw kind. U moet de positie van het stoeltje
onmiddellijk corrigeren.
6. Gebruik van het autostoeltje voor de
leeftijdsgroep 0+
Het stoeltje moet achterwaarts gericht worden gemonteerd. De rugleuning
moet op positie 3 worden gezet - op de blauwe pijl.
6.1. Verankering van het stoeltje in het voertuig.
6.1.1. Het stoeltje moet worden ingesteld op stand 3 - blauwe pijl.
NL ‑ 68 ‑