Controle Voor Inbedrijfstelling; Installatie Verlaten - Zumtobel NBOX Montageanleitung

4.12

Controle voor inbedrijfstelling

Nadat de montage en installatie van de nBox-installatie zijn uitgevoerd, zorgt u ervoor dat voor de inbedrijfstelling
de volgende controles volgens HD 60364-6 paragraaf 61 zijn uitgevoerd:
1. Stationaire elektrische installatie inspecteren.
2. Geleidbaarheid van geleiders testen en meten.
3. Isolatieweerstand van elektrische installatie testen en meten.
4. Bescherming door automatische uitschakeling van stroomvoorziening (controleren van voorzekering) testen en
meten.
5. Spanningspolariteit testen en meten.
Als volgt te werk gaan als u bij het testen en meten een fout vaststelt:
1. Fout verhelpen.
2. Controle herhalen (inclusief voorafgaande controles die mogelijk door de fout werden beïnvloed).
Opmerking
i
Om de uitgangscircuits te testen en aangesloten verlichtingstoestellen op te sporen, moet de
testknop van het betreffende uitgangscircuit aan de nBox 1 tot 3 seconden ingedrukt worden
gehouden.
4.13

Installatie verlaten

Opmerking
i
De hier vermelde punten beschrijven de staat waarin de installatie moet worden verlaten als deze
wel al is aangesloten, maar pas op een later moment in bedrijf wordt gesteld.
Voordat u de nBox-installatie verlaat, moet u controleren of u de volgende handelingen hebt uitgevoerd:
— De zekering op de locatie is geopend.
— Indien beschikbaar: ONLITE BRI, ONLITE central eBox BPD en ONLITE central eBox BSIM zijn aangesloten.
nBox
— Uitgangscircuits zijn aangesloten.
— Indien beschikbaar: meldcontacten, centrale fasebewaking en noodstopschakelaar zijn aangesloten.
— Zekering op de AC-module is verwijderd, hoofdschakelaar staat op 0.
— Batterijzekeringen op de laadunit zijn verwijderd.
— Batterijen zijn aangesloten.
Tabel 12: Uitgevoerde handelingen in de nBox-installatie
nBox, Montagehandleiding 1.0 | 02.2021 | nl
Montage en installatie
38