Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Elektrische Aansluitingen - DAB E2D Installationsanweisung Und Wartung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für E2D:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 30
Verbindingsklem met 24V a.c. voor de elektrische controlevoeler van de oliekamer van de pomp P1.
S1
Maximale weerstand van de elektrische voeler lager dan of gelijk aan 80 Kohm (verbinden met de
19
OLIEsensor van de pomp).
Verbindingsklem met 24V a.c. voor de elektrische controlevoeler van de oliekamer van de pomp P2.
S2
Maximale weerstand van de elektrische voeler lager dan of gelijk aan 80 Kohm (verbinden met de
20
OLIEsensor van de pomp).
P
Aansluitklemmen voor de alarmvlotter. Contactkarakteristieken:  8 Amp; 250V.
25 - 26
Eventuele ingrepen van de beschermingen van het paneel sluiten de
werking van de vlotter niet uit.
Aansluitklemmen voor alarm op afstand om te signaleren dat de alarmvlotter in actie is gekomen.
Q
Contactkarakteristieken: zonder potentiaal, NO (normaal open);  8 Amp; 250V.
31 - 32
Ingang thermische beveiliging voor de motor.
K -K
Als de brug O ingeschakeld is (klemmen 23 en 24) wordt de betreffende pomp uitgeschakeld
door tussenkomst van een beveiliging, en wordt de andere geactiveerd.
LET OP! Voor pompen die zijn uitgerust met de thermische beveiliging KK
de brug van de klemmen KK van het paneel verwijderen en ze aansluiten
op de beschermingskebels die aanwezig zijn in de kabel van de pomp.
Schakel de spanning uit alvorens onderhoudswerkzaamheden uit te voeren.
L1-N
Aansluitklemmen van de elektropomp voor eenfasige panelen zonder condensatoren.
Neem de beoogde correspondentie strikt in acht.
C-A-P
Aansluitklemmen van de elektropomp voor eenfasige panelen met condensatoren.
Neem de beoogde correspondentie strikt in acht.
U-V-W
Aansluitklemmen van elektropomp voor driefasige panelen met directe start van de motor.
Neem de beoogde correspondentie strikt in acht.
U1-V1-W1
Aansluitklemmen van elektropomp voor driefasige panelen met ster-driehoekstart van de motor.
U2-V2-W2
Neem de beoogde correspondentie strikt in acht.
8.4

Elektrische aansluitingen

8.4.1
Verzeker u ervan dat de hoofdschakelaar van het energieverdeelpaneel op de stand OFF (O) staat en dat
niemand de werking onverwacht kan hervatten, voordat de voedingskabels worden aangesloten op de
lijningangsklemmen.
8.4.2
Houd u strikt aan de geldende bepalingen inzake veiligheid en ongevallenpreventie.
8.4.3
Verzeker u ervan dat alle klemmen goed bevestigd zijn; controleer met name de aardingsklem.
8.4.4
Sluit de kabels aan op het klemmenbord aan de hand van de schakelschema's in dit boekje.
8.4.5
Controleer of alle aansluitkabels in goede staat zijn en of de externe huls onbeschadigd is.
8.4.6
Controleer of de differentiaalschakelaar die de installatie beschermt goed
gedimensioneerd is.
Zorg voor automatische beveiliging tegen kortsluiting van de voedingslijn, door middel van ACR
zekeringen van het type "gG".
8.4.7
De installatie dient veilig en op de juiste wijze geaard te worden, zoals vereist
wordt door de geldende voorschriften.
8.4.8
Door de installateur uit te voeren controles:
a) continuïteit van de beschermingsgeleiders en van de primaire en aanvullende equipotentiaalcircuits;
b) isolatieweerstand van de elektrische installatie;
c) efficiëntie van de differentiaalbescherming;
d) toegepaste spanning;
e) functionering zoals aangegeven onder de punten 8.6
NEDERLANDS
42

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis