Installatie En Gebruik Van Vlotters; Functionering Van Het Paneel Met De Elektronische Module Sz2 Ingeschakeld; Functionering Van Het Paneel Met De Elektronische Module Sz2 Afgekoppeld Van Het Schakelpaneel; Gebruik Van Het Paneel Om De Circulatiepompen In De Lijn Te Voeden - DAB E2D Installationsanweisung Und Wartung

8.9

Installatie en gebruik van vlotters

- Modus met twee vlotters:
De vlotter A wordt niet gebruikt, de betreffende klemmen (1 en 2) moeten afgekoppeld blijven.
De vlotter B heeft de bedrijfsfunctie voor de eerste pomp, terwijl de vlotter C de bedrijfsfunctie voor de tweede
pomp heeft.
Eén impuls is voldoende om de pompen te starten, deze worden beide uitgeschakeld wanneer de vlotter B in de
minimale stand is.
- Modus met drie vlotters:
De vlotter A dient om de pompen in werking te houden, ook nadat de bedrijfsvlotters uitgeschakeld zijn. Door
uitschakeling van A gaan de pompen alleen uit als B en C uitgeschakeld zijn.
De vlotters B en C hebben de bedrijfsfunctie voor respectievelijk de eerste en de tweede pomp.
Eén impuls is voldoende om de pomp te starten, deze wordt alleen uitgeschakeld nadat vlotter A gedeactiveerd is.
Als de afwisselmodule SZ2 ingeschakeld is, is de identificatie van pomp 1 en pomp 2 slechts een indicatie, omdat
bij elke tussenkomst van de bedrijfsvlotters de startvolgorde van de pompen wordt omgedraaid.
Als een van de rode signaleringslampjes van de pompblokkering brandt, wordt hoe dan ook de andere pomp
geactiveerd (alleen voor de ontwateringsmodus).
- Vlotter tegen droog bedrijf N: heeft tot taak om de pompen te stoppen om beschadiging ervan te vermijden,
als hij niet wordt gebruikt moeten de klemmen 21 en 22 worden overbrugd.
- Drukschakelaar voor maximale druk R: heeft tot taak om de pompen te stoppen om beschadiging ervan te
vermijden, als hij niet wordt gebruikt moeten de klemmen 35 en 36 worden overbrugd.
8.10

Functionering van het paneel met de elektronische module SZ2 ingeschakeld

(schakelaar SA1 en SA2 in de stand
De elektronische module SZ2 regelt de functionering van het paneel als volgt:
Automatische afwisseling bij de start van de inschakelvolgorde van de twee pompen en omschakeling in het geval van
een defect (tussenkomst van KK, de voelersensor S, de motorschakelaar QM).
 De toestand van de bedieningen wordt met behulp van een groene led LL1 (op de module SZ2) als volgt
aangegeven:
 LL1 uit wanneer de vlotter N of de drukschakelaar R uitgeschakeld zijn (beide elektropompen gestopt);
 LL1 brandt vast wanneer de vlotter N of de drukschakelaar R actief zijn, terwijl de vlotters B en C uitgeschakeld
zijn (beide elektropompen gestopt);
 LL1 geeft 1 impuls per seconde wanneer de vlotter N of de drukschakelaar R actief zijn, terwijl een van de
vlotters B of C geactiveerd is (één elektropomp in bedrijf);
 LL1 geeft een dubbele impuls per seconde wanneer de vlotter N of de drukschakelaar R actief zijn, terwijl de
vlotters B en C geactiveerd zijn (beide elektropompen zijn in bedrijf);
Vergeet niet dat, als de module SZ2 ingeschakeld is, in beide gevallen de startvolgorde van de twee pompen
bij elke start omgedraaid wordt; de aanduidingen P1 en P2 zijn dus slechts indicaties.
8.11 Functionering van het paneel met de elektronische module SZ2 afgekoppeld van het
schakelpaneel.
Verbind de connector XC1 met de connector XC2, terwijl u de schakelaar SA1 en SA2 in de stand
De start- en stopopdrachten van de elektropompen komen rechtstreeks van de twee vlotters of thermostaten:

De vlotter B bedient rechtstreeks de elektropomp P1;

De vlotter C bedient rechtstreeks de elektropomp P2;
BELANGRIJK:
De functionering van het paneel legt de volgende beperkingen op aan de functionering van het systeem:
- De lengte van de kabels van de vlotters mag niet meer dan 10m bedragen.
- De functie van de vlotter voor het minimum wordt uitgesloten (A).
- Eventuele herhaalde starts zullen niet meer gecontroleerd worden.
- Bij aanwezigheid van toestemming van de klemmen K-K voor de thermische bescherming van de elektropompen;
door tussenkomst van deze beveiligingen stopt de pomp, maar wordt de andere niet geactiveerd.
Het wordt aangeraden de module SZ2 zo snel mogelijk te vervangen.
9. GEBRUIK VAN HET PANEEL VOOR HET VOEDEN VAN LIJN-CIRCULATIEPOMPEN
Om het paneel in te stellen voor lijnpompen of voor drukgroepen dient de brug O, verbonden met de klemmen 23-24, te
worden verwijderd.
Stel voor driefasige circulatiepompen ref. QM1 en QM2 in volgens de nominale gegevens van
de circulatiepomp.
NEDERLANDS
)
44
houdt.