Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Masimo LNCS-II rainbow DCI & DCIP 8lambda SpHb Serie Gebrauchsanweisung Seite 35

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 13
INSTRUCTIES
A) De locatie kiezen
• Kies een plaats die goed doorbloed is en de bewegingen van een bij bewustzijn zijnde patiënt het minst beperkt. De
ring- of middelvinger van de niet-dominante hand verdient daarbij de voorkeur.
• Eventueel kunnen de andere vingers van de niet-dominante hand worden gebruikt. Kies altijd een plaats die het
detectorvenster van de sensor geheel bedekt.
• De plaats moet gereinigd en droog zijn voordat de sensor wordt geplaatst.
Gebruiksaanwijzing slanke vingermeter
• De slanke vingermeter op de sensorkabel is een hulpmiddel voor het kiezen van de juiste vinger bij gebruik van de
sensor.
• Het gebruik van deze meter wordt alleen aanbevolen bij patiënten die meer dan 30 kg wegen en slanke vingers
hebben. Verwijder de meter van de vinger VOORDAT de sensor wordt aangebracht.
1. De voorkeurslocatie om mee te beginnen is de ringvinger van de niet-dominante hand. Kies een grotere vinger als ze
te slank zijn. Schuif de cirkel van de meter om de vinger. Wanneer de cirkel van de meter op een punt op het nagelbed
stopt, vóór de nagelriem, dan dient de DCI-sensor op die vinger gebruikt worden (afb. A).
2. Als de meter voorbij de nagelriem schuift, dan is de vinger te slank voor deze sensor. Kies een andere vinger of
gebruik een kinder-/slanke vingersensor (DCIP) bij deze patiënt (afb. A).
B) De sensor aanbrengen op de patiënt
1. Zie afbeelding 1. Open de sensor door op de scharnierlipjes te drukken. Plaats de gekozen vinger zodanig dat die
overeenkomt met de positie van de vinger op de sensor. Plaats de geselecteerde vinger op het detectorvenster
van de sensor. Het meest vlezige deel van de vinger moet het detectorvenster op de onderste helft van de sensor
bedekken. De bovenste helft van de sensor is te herkennen aan de kabel. De tip van de vinger hoort de aanslag
binnenin de sensor te raken. Als de vingernagel lang is, kan deze tot voorbij de vingerstop uitsteken.
2. Zie afbeelding 2. De scharnierlipjes van de sensor moeten opengaan zodat de druk op de sensor gelijkmatig over
de lengte van de vinger wordt verdeeld. Controleer de sensor om er zeker van te zijn dat deze correct is geplaatst. Er
worden alleen nauwkeurige gegevens verkregen als het detectorvenster volledig is bedekt.
3. Zie afbeelding 3. Richt de sensor zodanig dat de kabel naar de bovenkant van de hand van de patiënt loopt.
OPMERKING: de sensor mag niet op de hand of voet van een kind worden gebruikt.
C) De sensor op de patiëntenkabel aansluiten
1. Raadpleeg afbeelding 4a. Plaats de sensorconnector in de juiste richting en breng de sensor volledig aan in de
connector van de patiëntenkabel.
2. Raadpleeg afbeelding 4b. Sluit de veiligheidshendel volledig.
OPMERKING: controleer voordat u de bewaking start, de resterende sensortijd op het apparaat. Raadpleeg de handleiding
van het apparaat voor aanvullende informatie.
De sensor van de patiëntenkabel loshalen
1. Raadpleeg afbeelding 5a. Til de veiligheidshendel omhoog.
2. Raadpleeg afbeelding 5b. Trek flink aan de sensorconnector om deze uit de patiëntenkabel te verwijderen.
OPMERKING: om beschadiging te voorkomen, moet u aan de sensorconnector trekken en niet aan de kabel.
De sensor van de patiënt verwijderen
1. Open de sensor door op de scharnierlipjes te drukken. Verwijder de sensor van de vinger en volg indien nodig
reinigingsinstructies op.
2. Berg de sensor voor volgend gebruik op.
REINIGING: als u de sensor wilt schoonmaken, verwijdert u de sensor eerst van de patiënt en koppelt u de sensor daarna los
van het instrument. U kunt de sensor vervolgens reinigen door deze af te nemen met isopropylalcohol 70%. Laat de sensor
drogen voordat u deze aanbrengt bij de patiënt.
35
10596A-eIFU-0720

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis