b) Meetinstellingen
In de afzonderlijke meetfuncties kunnen meer instellingen worden uitgevoerd en de weer te geven waarden op het
scherm worden geactiveerd of gedeactiveerd.
Om naar het instelmenu te gaan, drukt u in een meetfunctie op de toets "Enter". Het menu "MEETINSTELLING" wordt
geopend.
Druk voor het selecteren opnieuw op de toets "Enter". Met de pijltoetsen kan de functie/instelwaarde worden gewij-
zigd. Om te beëindigen drukt u op de toets "ESC".
De volgende functies kunnen worden geselecteerd en ingesteld:
1
Emission
2
De emissiegraad kan in dit menu afzonderlijk van 0,10 tot 1,00 worden ingesteld of met vooringestelde materiaal-
waarden worden geselecteerd.
Mogelijke instelwaarden zijn:
ε = x,xx instelwaarde 0,10 - 1,00
Cement (0,94)
Glas (0,92)
Huid (0,98)
Alarm High
3
Hier kan het hoogste alarmniveau (High) van de temperatuur worden ingesteld. Via het selectieveld kan de functie
worden geactiveerd of gedeactiveerd.
Mogelijke instelwaarden zijn:
Tijdwaarde = xx,x instelwaarde: -50 tot +1650 °C
Niet-actief: functie is uitgeschakeld
Alarm Low
4
Hier kan het laagste alarmniveau (Low) van de temperatuur worden ingesteld. Via het selectieveld kan de functie
worden geactiveerd of gedeactiveerd.
Mogelijke instelwaarden zijn:
Tijdwaarde = xx,x instelwaarde: -50 tot +1650 °C
Niet-actief: functie is uitgeschakeld
Laser
5
Hier kan de doellaser tijdens de IR-meting wordein in- of uitgeschakeld. Door op de toets "Enter" te drukken, wordt de
schuifschakelaar op het scherm geactiveerd.
I = ingeschakeld, o = uitgeschakeld
92
IJs/water (0,96)
Plastic (0,90)
Hout (0,87)
Actief: functie is ingeschakeld
Actief: functie is ingeschakeld