Bedieningselementen; Gebruik Van De Machine - Stiga EW 330 Gebrauchsanweisung

4.1 UITPAKKEN (Afb.3.0)
1. Haal alle onderdelen die niet gemonteerd zijn uit de
doos.
2. Haal de machine uit de doos en voer doos en verpak-
king af in overeenstemming met lokale regelgeving.
4.2 MONTAGE VAN DE STEEL
Monteer de delen onderaan rechts (Afb.4.A) en links
(Afb.4.B). Bevestig het bovenste deel van de steel (Afb.4.C)
en breng de kabelklem aan (Afb.4.D).
4.3 MONTAGE VAN DE ZAK (Afb.5.0)
5.

BEDIENINGSELEMENTEN

5.1 SCHAKELAARBEDIENING
De schakelaar bedient de start/stop van de motor en scha-
kelt tegelijkertijd de snij-inrichting in/uit.
De aangeduide standen stemmen overeen met:
Werking. Voor de start moet op de veilig-
heidsknop (Afb.6.A) gedrukt worden, moet
een van de twee hendels (Afb.6.B) ingetrok-
ken worden en moet 2-3 seconden gewacht
worden voordat de motor wordt gestart.
Stop. De motor wordt automatisch gestopt
wanneer beide hendels worden losgelaten
(Afb.6.B).
De start van de motor veroorzaakt
de gelijktijdige inschakeling van de snij-in-
richting.
5.2 AFSTELLING VAN DE MAAIHOOGTE
Doe dit enkel wanneer het maaimechanisme stil
staat.
• Afstelling (Zie Afb.7.A/B/C)
Laat de as van de wielen tijdens deze handeling
niet kantelen, zodat hij tegelijkertijd in een van de voor-
ziene sleuven kan gevoerd worden.
6.

GEBRUIK VAN DE MACHINE

6.1 VOORAFGAANDE WERKZAAMHEDEN
Plaats de machine horizontaal en stevig op het terrein.
6.1.1 Voorbereiding van de machine voor het werk
a. Voorbereiding voor het maaien en opvangen van
het gras in de opvangzak:
1. Til de bescherming van de aflaat achteraan
(Afb.8.A) op, en koppel de opvangzak correct vast
zoals is aangeduid op de afbeelding (Afb.8.B).
6.1.2 Afstelling van de maaihoogte
Stel de maaihoogte af zoals aangegeven in (par. 5.2).
6.2 VEILIGHEIDSCONTROLES
Voer vóór het gebruik altijd een veiligheidscontrole
uit.
6.2.1 Veiligheidscontrole voor elk gebruik
• Controleer de goede staat en juiste montage
van alle machine-onderdelen;
• vergewis u ervan dat alle bevestigingsschroeven
goed zijn aangedraaid;
• houd alle machine-oppervlakken schoon en droog.
6.2.2 Test werking van de machine
Actie
De machine starten
(par. 6.3)
Resultaat
Het maaimechanisme moet
bewegen.
Laat de hendels van de
schakelaarbediening los
Rijtest
Indien eender welke van deze resultaten verschilt
van wat aangegeven is in de tabellen, mag de machine
niet gebruikt worden! Richt u tot een dienstencentrum
voor de nodige controles en herstelling.
6.3 STARTEN
OPMERKING Start de machine op een vlakke onder-
grond zonder hindernissen of hoog gras.
1. Koppel het verlengsnoer correct vast zoals is aange-
duid (Afb.9.A).
2. Sluit EERST de stekker van de stroomkabel aan op het
verlengsnoer (Afb.9.B) en DAARNA het verlengsnoer
op het stopcontact (Afb.9.C).
3. Om de motor te starten, moet op de veiligheidsknop
(Afb.9.D) gedrukt worden en moet aan de hendel
(Afb.9.E) van de schakelaar getrokken worden.
6.4 HET WERKEN
BELANGRIJK Indien de motor tijdens het werk stopt we-
gens oververhitting, moet men 5 minuten wachten vooraleer
deze weer op te starten.
BELANGRIJK Behoud tijdens het werk steeds de vei-
ligheidsafstand ten opzichte van het maaimechanisme, die
overeenstemt met de lengte van de steel.
6.4.1 Het gras maaien
1. Start de voortbeweging en het maaien van de met gras
bedekte zone.
2. Pas de maaihoogte (par. 5.2) aan aan de omstandig-
heden van het gazon (hoogte, dichtheid en vochtigheid
van het gras).
3. Er wordt aanbevolen om altijd aan dezelfde hoogte te
maaien in de twee richtingen (Afb.10.0) en om nooit
meer dat 1/3 van de hoogte van het gazon te maaien
(Afb.11.0).
6.4.2 Opvangzak leegmaken
In geval van opvangzak met inrichting voor de
signalering van de inhoud:
Hoog = leeg
Laag = vol
Tijdens de werkzaamheden, wanneer de snij-inrichting
in beweging is, blijft de signalering hoog gesteld
tot de opvangzak in staat is om het gemaaide gras
op te vangen; wanneer ze laag wordt gesteld, is de
opvangzak vol en moet hij leeggemaakt worden.
Om de opvangzak te verwijderen en leeg te maken:
1. Wacht tot het maaimechanisme afslaat (Afb.12.A);
2. verwijder de opvangzak (Afb.12.B/C/D).
6.5 STOPPEN
Na stopzetting van de machine dient u enkele secon-
den wachten totdat het maaimechanisme tot stilstand
is gekomen.
BELANGRIJK Schakel de machine altijd uit:
Om de machine te stoppen:
1. Laat de versnellingshendel los (Afb.13.A).
2. Wacht tot het maaimechanisme stilvalt;
NL - 4
De motor moet stilgelegd
worden en het maaimecha-
nisme moet gestopt worden
binnen enkele seconden.
Geen abnormale trillingen.
Geen abnormaal geluid.