Montage; Bedieningselementen - Stiga CP1 430 Li D48 Gebrauchsanweisung

4. Machinetype.
5. Serienummer.
6. Naam en adres van de fabrikant.
7. Artikelcode.
8. Maximale snelheid voor de werking van de motor.
9. Gewicht in kg.
10. Spanning en frequentie voeding.
11. Elektrische beschermingsgraad.
12. Nominaal vermogen.
Schrijf de identificatiegegevens van de machine in de vakjes
op het label aan de achterkant van de omslag.
BELANGRIJK Gebruik de identificatiegegevens die
aangegeven zijn op het identificatielabel van het product bij
ieder contact met de geautoriseerde werkplaats.
BELANGRIJK Het voorbeeld van de verklaring van overeen-
stemming bevindt zich op de voorlaatste pagina's van de handleiding.
VOORNAAMSTE ONDERDELEN (AFB.1)
3.4
A. Chassis.
B. Motor.
C. maaimechanisme.
D. Afvoerbeveiliging achterzijde.
E. Afvoerbeveiliging zijkant (indien voorzien).
F. Afvoergeleiding zijkant (indien voorzien).
G. Opvangzak.
H. Handgreep.
I. Accu.
J. Hendel aanwezigheid bediener.
K. Aandrijfhendel.
L. Luikje toegang tot accuholte.
M. Contactsleutel (Uitschakelinrichting).
N. Acculader.
Houd u strikt aan de aanwijzingen en veiligheids-
regels opgevoerd in hfdst. 2.
4.

MONTAGE

Enkele onderdelen van de machine worden niet in gemonteerde
vorm geleverd, maar dienen na het uitpakken van de machine te
worden gemonteerd aan de hand van de volgende instructies.
De machine moet op een vlakke en solide ondergrond worden
uitgepakt en gemonteerd, met voldoende bewegingsruimte voor
machine en verpakking. Gebruik de machine niet vooraleer de aan-
wijzingen van de sectie "MONTAGE" teneinde gebracht te hebben.
4.1 UITPAKKEN (AFB.3)
1. Haal alle onderdelen die niet gemonteerd zijn uit de doos.
2. Voer de doos en de verpakkingen af volgens de plaat-
selijke normen.
Alvorens de montage uit te voeren, moet men na-
gaan of de contactsleutel niet in zijn zitting geplaatst is.
4.2 MONTAGE VAN DE HANDGREEP(AFB.4,5,6,7,8)
MONTAGE VAN DE ZAK (AFB.9)
4.3
5.

BEDIENINGSELEMENTEN

5.1 CONTACTSLEUTEL (UITSCHAKELINRICHTING)
(AFB.10.A)
De sleutel activeert en deactiveert het elektrische circuit van
de machine.
BELANGRIJK Verwijder de contactsleutel elke keer
wanneer u de machine ongebruikt of onbewaakt achterlaat.
5.2 STEEL
5.2.1 Hendel aanwezigheid bediener
Druk een van de twee hendels (afb.11.A) tegen de steel om
de functies voor inschakeling van de snij-inrichting en van
de aandrijving mogelijk te maken.
De motor stopt automatisch en alle functies worden uitge-
schakeld wanneer men beide hendels loslaat.
5.2.2 Inschakeltoets (Afb.12.A)
1. Inschakeling van de machine. Door te
drukken op de toets (afb.12.A) gaat de dis-
play (afb.12.B) aan, de machine is nu klaar
voor gebruik.
OPMERKING De inschakeling van de
machine is enkel mogelijk als de aanwezig-
heidscontrolehendel en de tractiehendel zijn
losgelaten.
OPMERKING Indien de machine niet ge-
bruikt wordt, gaat de display na 15 seconden
uit en moet men de hiervoor vermeldde han-
deling herhalen.
2. Inschakeling van de snij-inrichting.
OPMERKING De inschakeling van het
maaimechanisme is enkel mogelijk wanneer
de hendel aanwezigheid bediener tegen de
steel gedrukt wordt (zie par. 6.3).
3. Uitschakeling van de snij-inrichting. Druk,
met de snij-inrichting ingeschakeld, op de
inschakeltoets (afb.12.A); het maaimechanisme
stopt terwijl de machine ingeschakeld blijft.
5.2.3 Bedieningshendel aandrijving
Deze hendel schakelt de aandrijving aan de wielen in en
staat de voortbeweging van de machine toe.
Tractie ingeschakeld (Afb.11.A/B).
a. Druk een van de twee hendels aanwezigheid
bediener (afb.11.A) tegen de steel.
b. Trek een van de twee hendels voor de inschakeling
van de aandrijving (afb.11.B) tegen de steel.
Regeling voortbewegingssnelheid (Afb.12.C).
Men kan 6 verschillende snelheidsniveaus kiezen.
1. Maximumsnelheid (ongeveer 5 Km/h).
2. Minimumsnelheid (ongeveer 2,5 Km/h).
Elke twee "sprongen" van de keuzeknop (afb.12.C), stem-
men overeen met een niveau van voortbewegingssnel-
heid, dat weergegeven wordt op de display (Afb.12.C1).
OPMERKING Het laatst gekozen snelheidsniveau
blijft ook na de uitschakeling van de machine ingesteld.
BELANGRIJK De machine niet achteruit trekken bij
ingeschakelde aandrijving.
5.2.4 Toets "ECO"
De functie "ECO" staat toe energie te besparen tijdens het
grasmaaien, en zo de autonomie van de accu te verbeteren.
NL - 4