6
Ingebruikname
6.1
Product in gebruik nemen
Zorg ervoor dat de modules goed zijn aangesloten.
Zorg ervoor dat het product goed op de montagerail is vastgezet.
Schakel de netspanning in.
- De groene leds voor de werking van de basismodule en de regelaarmodules
branden.
6.2
Draadgebonden systeem: functionele test ruimteregelaar
Zorg ervoor dat de kamertemperatuur tussen +15 °C en +25 °C ligt.
1. Zorg ervoor dat de ruimteregelaar die moet worden nagezien met de juiste regel-
kring is verbonden.
2. Stel de ruimteregelaar die moet worden nagezien in op +30 °C.
- De gele led brandt op de regelaarmodule waarmee de ruimtesensor is verbon-
den.
3. Herhaal deze stappen voor alle andere ruimteregelaars.
6.3
Draadloos systeem
module Draadloos
6.3.1
Voorbereiden
Zorg ervoor dat de temperatuurregeling voor afzonderlijke ruimtes in werking
is en de afdekking van het product is verwijderd.
Zorg ervoor dat de ruimteregelaars minstens één dag lang aan daglicht bloot-
gesteld zijn geweest of dat ze over een accu beschikken.
Zorg ervoor dat de ruimteregelaars zich in de buurt van het product bevinden.
Zorg ervoor dat de achterzijde van elke ruimteregelaar doorgenummerd en
met de betreffende plaats van gebruik gelabeld is. Hierdoor worden latere ver-
wisselingen uitgesloten.
Zorg ervoor dat een opengebogen paperclip en een balpen klaar liggen.
(1)
Het draadloze systeem is enkel in bepaalde verkoopgebieden verkrijgbaar.
Ingebruikname
(1)
: ruimteregelaar verbinden met regelaar-
RoCon UFH
NL
37