EINHELL GE-LM 36/4in1 Li Originalbetriebsanleitung Seite 172

Laag trimmen
Houd de trimmer met een lichte schuinstand net
zo voor u, dat de onderkant van de draadspoel
zich boven de grond bevindt en de draad de juiste
snijplek raakt. Snijd altijd weg van u. Trek de trim-
mer niet naar u toe.
Snijden langs omheiningen/funderingen
Nader al snijdend langzaam gaasafrasteringen,
planken omheiningen, muren van natuursteen
en funderingen om er dichtbij te snijden, zonder
echter met de draad tegen de hindernis te slaan.
Komt de draad bijv. met stenen, muren van steen
of funderingen in aanraking, dan slijt hij af of rafelt
hij uit. Als de draad tegen omheiningstraliewerk
slaat, dan breekt hij.
Trimmen rond bomen
Als u rond bomen trimt, nader langzaam, opdat
de draad de schors niet raakt. Ga rond de boom
en snij daarbij van links naar rechts. Nader gras
of onkruid met de top van de draad en kantel de
draadspoel licht naar voor.
Waarschuwing: Wees bijzonder voorzichtig bij
afmaaiwerkzaamheden. Houd bij zulke werk-
zaamheden een afstand van minstens 30 meter
tussen uzelf en andere personen of dieren aan.
Afmaaien
Bij het afmaaien wordt de hele vegetatie tot op de
grond afgesneden. Daarvoor kantelt u de draad-
spoel in een hoek van 30 graden naar rechts.
Breng de handgreep in de gewenste positie.
Houd rekening met het verhoogde verwondings-
gevaar voor de gebruiker, omstanders en dieren,
en met het gevaar van materiële schade door
weggeslingerde voorwerpen (bijv. stenen) (afb.
33).
Waarschuwing: Verwijder met het apparaat
geen voorwerpen van voetpaden enz.!
Het apparaat is een krachtig gereedschap;
steentjes of andere voorwerpen kunnen 15 m en
meer worden weggeslingerd en verwondingen of
beschadigingen van auto's, huizen en vensters
veroorzaken.
Zagen
Het apparaat is niet geschikt om te zagen.
Vastklemmen
Mocht het snijmes wegens te dichte vegetatie
blokkeren, dan moet u meteen de motor stilleg-
gen. Ontdoe het apparaat van gras en kreupel-
hout, voordat u het opnieuw in gebruik neemt.
Anl_GE_LM_36_4in1_Li_SPK9.indb 172
NL
Vermijden van terugslag
Bij het werken met het snijmes bestaat gevaar
voor terugstoot als het een vaste hindernis
(boomstam, tak, boomstomp, steen of iets der-
gelijks) raakt. Het apparaat springt daarbij terug
tegen de draairichting van het gereedschap in.
Dit kan ertoe leiden dat u de controle over het
apparaat verliest. Gebruik het snijmes niet in de
buurt van omheiningen, metalen palen, grenspa-
len of funderingen. Om dichte stengels te snijden
plaatst u het om terugslagen te vermijden zo, als
voorgesteld in afb. 34.
7.2 Werken met de accu hoogsnoeier
Voorbereiding
Controleer vóór elke inzet de volgende punten om
veilig te kunnen werken:
Toestand van de accu hoogsnoeier
Onderzoek de accu hoogsnoeier vóór het begin
van de werkzaamheden op beschadigingen aan
de behuizing, de zaagketting en aan het zwaard.
Neem nooit een duidelijk beschadigd apparaat in
bedrijf.
Olietank
Controleer de vulstand van het oliereservoir. Con-
troleer ook tijdens het werk of er altijd voldoende
olie in de tank zit. Zet de zaag nooit in wanneer
er geen olie voorhanden of het oliepeil onder de
min-markering gedaald is, om te vermijden dat de
accu hoogsnoeier beschadigd raakt. Een vulling
volstaat in de regel voor 15 minuten, afhankelijk
van de pauzes en de belasting.
Zaagketting
Controleer de spanning van de zaagketting en
de toestand van de snijkanten. Hoe scherper
de zaagketting, des te gemakkelijker de accu
hoogsnoeier kan worden bediend. Hetzelfde
geldt voor de kettingspanning. Controleer ook
tijdens het werk minstens om de 10 minuten de
kettingspanning, om uw veiligheid te verhogen!
Met name nieuwe zaagkettingen neigen tot verh-
oogde uitrekking.
Beschermende kleding
Draag absoluut de passende, nauwsluitende be-
schermende kleding zoals snoeibroek, handscho-
enen en werkschoenen.
- 172 -
20.11.2020 08:35:59