EN VERKOOPBAARHEID ZIJN UITGESLOTEN. Uitsluitend de garantie zoals beschreven
in deze handleiding geldt. Spectronics Corporation stelt zich in geen geval aansprakelijk
voor speciale, indirecte, incidentele of consequentiële schade en schade die is ontstaan
door vertraagd transport of vertraagde productie.
Speciale informatie voor automonteurs
De PRO-Alert™-koelmiddellektester is ontwerpgecertificeerd door MET Laboratories, Inc.
om te voldoen aan SAE J1627, "Rating Criteria for Electronic Refrigerant Leak Detectors"
voor R-12, R-22, R-134a. De PRO-Alert ™ is nog gevoeliger voor R-1234yf. De volgende
SAE (Self-Assessment Examinations) gelden voor het instrument en het gebruik van alge-
meen beschikbare elektronische lekdetectiemethodes voor het onderhoud van airco's van
gemotoriseerde personenvoertuigen.
1.
De elektronische lektester moet worden gebruikt overeenkomstig deze bedieningsin-
structies.
2.
Lektest met de motor niet in bedrijf.
3.
Het aircosysteem moet gevuld zijn met voldoende koelmiddel voor een manometer-
druk van minstens 50 PSI (340 kPa) bij niet-gebruik. Bij temperaturen onder 59 °F (15
°C) kunnen lekken niet worden gemeten, omdat deze druk niet kan worden bereikt.
4.
Verontreinig de voelerpunt niet met vuil van het te controleren deel. Als het deel erg
vuil is, moet het eerst worden schoon geveegd met een droge doek, of worden
schoongeblazen. Geen reinigings- of oplosmiddelen gebruiken omdat de werking van
elektronische detectors hierdoor kan worden beïnvloed.
5.
Voer een visuele controle uit van het gehele koelmiddelsysteem. Controleer op teke-
nen van koelmiddellekkage, beschadiging en roest op alle leidingen, slangen en
componenten. Elk waarschijnlijk bereik moet zorgvuldig met de voeler worden gecon-
troleerd, evenzo alle aansluitingen, slang-leidingkoppelingen, koelmiddelregelingen,
onderhoudspoorten met afsluitdoppen, soldeer- en lasbereiken en bereiken rond
bevestiginspunten en bevestigingen van leidingen en componenten.
6.
Controleer het koelmiddelsysteem altijd deel voor deel zodat geen delen worden over-
geslagen. Zoek ook na het vinden van een lek verder naar andere lekken in het sys-
teem.
7.
Binnen elk te controleren bereik moet de voeler niet sneller dan 25 tot 50 mm/secon-
de worden bewogen, en niet verder dan 5 mm van het oppervlak rond de positie.
Langzaam en dichtbij bewegen van de voeler verhoogt de waarschijnlijkheid van het
vinden van een lek.
8.
Een aangegeven lek moet minstens nog een keer worden gecontroleerd door schoon-
blazen van het bereik en dan opnieuw uitvoeren van de controle. Bij grotere lekken
helpt het schoonblazen meestal om de exacte positie van het lek te vinden.
9.
Zoeken naar lekken op de verdamperkern terwijl deze in aircomodus is moet worden
uitgevoerd door de airco minimaal 15 seconden in een hoge stand te laten werken,
deze dan uit te schakelen, en te wachten tot het koelmiddel zich in de behuizing heeft
verzameld gedurende de bij stap 10 vastgelegde tijd. Dan moet de voeler in het ven-
tilator-weerstandsblok worden gestoken of in de condensaatafvoer indien geen water
voorhanden is, of in de dichtstbijzijnde opening in het aircosysteem zoals een verwar-
mings- of ventilatorkanaal. Als de detector een alarmsignaal genereert, is een lek
gevonden.
10. De accumulatietijd voor het testen van de verdamper is 13 minuten.
11. Na elke onderhoudsbeurt van het koelmiddelsysteem van het voertuig en na elk ander
onderhoud dat met het koelmiddelsysteem te maken heeft, moeten de reparatie- en
onderhoudspoorten van het systeem op lekken worden gecontroleerd.
79