Installatie
Veiligheid
•
Alleen erkende elektriciens mogen de in dit document beschreven installatie uitvoeren.
•
Lees en volg de instructies in dit document zorgvuldig alvorens het product te installeren
en te gebruiken.
•
De installatie moet voldoen aan de lokale veiligheidsvoorschriften en de IP-classificatie waarborgen
als de kast wordt gewijzigd.
•
Zorg ervoor dat de kabels in de CGC500™ niet los zitten als gevolg van trillingen tijdens het
transport. Als er kabels los zitten, sluit u de draden opnieuw aan en draait u de schroeven vast.
•
Draag veiligheidsschoenen tijdens de installatie.
Gereedschap
Aanbevolen gereedschap voor installatie:
•
Schroevendraaier
•
Afstriptang
•
Waterpas
•
Boor
•
Ethernet-kabel
Andere benodigde apparatuur
Voor de installatie van het hele netbeheernetwerk zijn ook de volgende onderdelen nodig.
Deze moeten afzonderlijk worden aangeschaft.
•
CHARGESTORM CONNECTED® (of andere CTEK laadstations die compatibel zijn met de CGC500™)
•
Ethernet-switch
•
Ethernet-kabels
•
Schroefverbindingen voor kabeldoorvoeren
•
Schroeven voor wandmontage
Algemene informatie vóór installatie
De netwerkkabels installeren
Voor elk laadstation hebt u één kabel voor aansluiting op de switch nodig. Als er bijvoorbeeld acht laadstati-
ons in de installatie aanwezig zijn, hebt u acht kabels nodig.
1.
Installeer één kabel tussen de loadmonitor en de switch.
2.
Als er internettoegang nodig is, installeert u ook hiervoor een geschikte kabel.
Opmerking: De Ethernet-kabels mogen niet langer dan ca. 90 m zijn. Als er langere kabels nodig zijn, moet
het signaal met behulp van repeaters worden versterkt. De Ethernet-kabels moeten Cat5- of Cat6-kabels
met een RJ45-connector aan elk uiteinde zijn.
CTEK SWEDEN AB
41