Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Atag CX16611B Handbuch Seite 22

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

BEREIDINGSTIPS
Factoren die van invloed zijn op het bereidingsproces
• De temperatuur van de ingrediënten is van invloed op de bereidingstijd. Het
duurt langer om een koude maaltijd te bereiden dan een maaltijd die al op
kamertemperatuur is.
• Licht delicaat voedsel wordt sneller gekookt dan zwaar, massief voedsel, zoals
stoofpotten en ronde braadstukken. Wees voorzichtig bij het bereiden van licht,
delicaat voedsel. De randen worden snel droog en taai.
• Kleine hoeveelheden voedsel worden gelijkmatiger verhit als u deze afzonderlijk in de
magnetron plaatst, bij voorkeur in een cirkel.
• Botten en vet geleiden warmte beter dan vlees. Verbranding van deze gedeelten kunt
u voorkomen door kippenpoten en -vleugels met af te dekken met aluminiumfolie.
• Microgolven penetreren het voedsel tot op een diepte van circa 3 cm. Het midden
van dik voedsel wordt verwarmd als een resultaat van warmte vanaf het verwarmde
gedeelte (de buitenkant) die zich verspreidt naar de binnenkant.
• Vlees en gevogelte dat langer dan circa 15 minuten wordt bereid in de magnetron,
wordt licht gebruineerd. Voedsel dat korter wordt bereid kunt u vooraf inwrijven met
een 'bruin makende' saus, zoals Worcestershiresaus, sojaboonolie of barbecuesaus.
• Vetafstotend papier voorkomt spatten. Dit houdt warmte ook beter vast.
Groenten koken
• Gebruik verse groenten als dat mogelijk is. Als groenten slap zijn geworden doordat
deze te lang zijn bewaard, kunt u deze opfrissen door de groenten een tijdje in koud
water te weken.
• Gebruik een grote schaal om groenten te koken, zodat de bodem van de schaal niet
door een te dikke laag wordt bedekt.
• Kook groenten bij voorkeur met het aanhangende water.
• Dek het gerecht altijd af met een deksel of met een huishoudfolie voor magnetrons.
• Voeg geen zout toe. De zouten die van nature in groenten aanwezig zijn, bieden
genoeg smaak. Als u zout moet toevoegen, doe dat dan na het kookproces.
• Kook groenten zo kort mogelijk. Laat groenten doorkoken nadat de magnetron
uitgeschakeld is.
• Controleer of de groenten gaar zijn door deze met een vork of spies in te prikken.
Vis bereiden
• Vis moet geleidelijk worden gekookt. Zet bij dunne vis, vette vis of kleine porties het
vermogensniveau daarom op 30%. In andere gevallen kunt u het vermogensniveau
veilig iets hoger zetten. Laat het voedsel echter doorkoken nadat de magnetron
uitgeschakeld is. Vis is gaar wanneer het visvlees ondoorschijnend is.
NL 22

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Cx16611b/a01

Inhaltsverzeichnis