GCE MEDIEJECT II Bedienungsanleitung Seite 36

A. Snelkoppeling adapter (aan de kant van de gasdistributie / draagbare
gasbron)
Het product is verbonden aan de distributie van het medicinale gas of de
draagbare gasbron met behulp van een zuurstof of lucht snelkoppeling
adapter. De snelkoppeling is direct gemonteerd op de zuig-ejector of aan
de slang van het systeem op de achterwand.
De slang kan met hulp van NIST gekoppeld worden en hoeft geen onder-
deel te zijn van de levering; dit hangt af van de variant.
Informatie over de manier waarop de adapter wordt aangesloten / afges-
loten wordt aangeven in bijlage nr. 2.
B. Drukschakelaar sluitventiel
NL
MediEject II is uitgerust met een geïntegreerde controller met een push-
pull aan/uit-klep voor het sluiten van de gasbron en vacuümaanpassing
door middel van een knop.
De zuig ejector is ingeschakeld wanneer de controller omhoog wordt
getrokken en staat uit wanneer deze wordt ingedrukt. Een groen label
geeft aan dat de controller aan staat (ON). Met de geïntegreerde controller
kan de gebruiker het vacuüm aan de patiënt zijde instellen met een be-
reik van 0 tot 80 kPa. Het vacuümniveau aan de patiënt zijde kan worden
verhoogd door de bedieningsknop linksom te draaien. Het vacuümniveau
aan de patiënt zijde kan worden verlaagd door de bedieningsknop recht-
som te draaien.
C. Vacuüm meter
MediEject II is uitgerust met een vacuümmeter (manometer) die de waarde
van het vacuüm aan de patiënt zijde tijdens het uitzuigen aangeeft.
Wanneer er geen flow/stroming is aan de patiënt zijde, blijft de vacuüm-
waarde maximaal wanneer de knop rechtsom wordt gedraaid. Zie be-
schrijving terugslag ventiel.
D. Slangadapter (aan de patiënt kant)
De zuig-ejector heeft aan de kant van de patiënt een slang adapter die
het mogelijk maakt de te verbinden apparaten en/of appendages zoals
bijvoorbeeld een zuigslang.
E. Geluidsdemper
De geluidsdemper is bedoeld ter verlaging van geluid bij het vormen van
onderdruk.
F. Terugslag ventiel
Het terugslag ventiel bevindt zich in de ejector voor de slang nippel. Het
is een veiligheidsfunctie die voorkomt dat de druk richting de patiënt zijde
gaat bij een storing (zoals een verstopte geluiddemper). Evenzo voorkomt
het terugslag ventiel een daling in vacuüm bij de slang nippel wanneer
het vacuüm wordt verlaagd door de bedieningsknop rechtsom te draaien
bij afwezigheid van een flow. Deze daling wordt niet aangegeven op de
vacuümindicator. Zie vacuümindicator.
36/176