Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für Pure:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

AANWIJZING
Op basis van de toepassingsregel
VDE-AR-N 4100 is in Duitsland het 1-
fasig laden van voertuigen begrensd
tot 20 A. In andere landen is het 1-fa-
sig laden tot 32 A toegestaan, voor
NL
zover de lokale bepalingen dit toela-
ten. De begrenzing tot 20 A kan door
de gebruiker met inachtneming van
nationale voorschriften en normen op
eigen verantwoordelijkheid worden
gedeactiveerd.
De hierna genoemde beveiligingsinrichtingen
moeten dusdanig zijn ontworpen dat het
laadstation in geval van een fout met alle po-
len wordt losgekoppeld van het elektriciteits-
net. Bij de keuze van de beveiligingsinrichtin-
gen zijn de nationale installatievoorschriften
en normen van toepassing.
8.2.1 Dimensionering van de
aardlekschakelaar
Ter bescherming tegen sinusvormige wissel-
foutstromen, pulserende gelijkfoutstromen
en gladde gelijkfoutstromen moet een aard-
lekschakelaar (RCD) type B conform EN
62423 worden voorgeschakeld. De nominale
foutstroom mag niet groter zijn dan 30 mA.
68
8.2.2 Dimensionering van de
installatieautomaat
De installatieautomaat (MCB) moet voldoen
aan EN 60898. De doorlaatenergie (I²t) mag
80.000 A²s niet overschrijden.
Als alternatief mag ook een combinatie van
aardlekschakelaar en installatieautomaat
(aardlekautomaat, RCBO) conform EN
61009-1 worden gebruikt. Voor deze aard-
lekautomaat gelden ook de hiervoor ge-
noemde parameters.
8.2.3 Apparaat voor loskoppeling
van het elektriciteitsnet
Het laadstation heeft geen eigen netschake-
laar. De beveiligingsinrichtingen die in het
elektriciteitsnet zijn geïnstalleerd, dienen
daarom ook voor de loskoppeling van het
elektriciteitsnet.
8.3

Installatie

Zie ook "Montage op pagina 73". Het mee-
geleverde montagemateriaal is bestemd voor
de installatie van het laadstation in metsel-
werk of beton. Voor de installatie op een
standaard wordt het montagemateriaal mee-
geleverd met de betreffende standaard. Het
installatieframe mag uitsluitend met het
meegeleverde montagemateriaal worden ge-
monteerd. Beschrijving van het installatiefra-
me:
Zie daarvoor ook Afb. 6
Legenda
Installatieframe
Haak om het laad-
station op te han-
gen
Waterpas
Voorbereide zwak-
ke plek
Zwakke plekken voor kabeldoorvoeren bij
opbouwmontage van de aansluitkabel.
u
Markeer met behulp van het installatiefra-
me en de waterpas vier gaten.
Zorg ervoor dat de boorgaten ten opzich-
te van het midden zijn uitgelijnd.
Boor vier boorgaten in de wand.
u
u
Zet de pluggen in de boorgaten.
u
Bereid het installatieframe voor op het
leggen van de kabel:
Aansluitkabel vanaf de achterkant:
leid de kabel door het onderste deel van
het frame.
Aansluitkabel van bovenaf/links/rechts/on-
deraf:
verwijder de voorbereide zwakke plekken
uit het frame.
u
Zorg ervoor dat het installatieframe water-
pas is.
u
Bevestig het installatieframe met twee
korte schroeven en ringen in de bovenste
gaten.
u
Verwijder de onderste afdekking van de
behuizing.
Zie daarvoor ook Afb. 7
5110159D Webasto Pure

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis