Werbung
NL
2.5. Stoomleidingen
De stoom uit de stoomgenerator wordt door koperen
leidingen naar de stoomcabine geleid. De minimale
binnendiameter van de stoomleidingen is 15 mm. U
kunt de dampgenerator met een doorzichtige silico-
nenslang met een binnendiameter van 25 mm op een
koperen leiding aansluiten.
Doorzichtige leidingen helpen potentiële prob-
lemen te lokaliseren.
De leidingen moeten goed zijn geïsoleerd. De
maximale lengte van een goed geïsoleerde
stoomleiding is 10 meter. Het verdient aanbeveling
de stoomgenerator zo dicht mogelijk bij stoomcabine
te plaatsen om de stoomleidingen zo kort mogelijk te
houden.
Als er meerdere stoommondstukken worden gebruikt,
moet elke stoomleiding naar de mondstukken zijn uit-
gerust met een stromingsregelklep zodat de stoom
gelijkmatig in de stoomcabine wordt verspreid. Figuur
7A. De kleppen instellen:
draai alle kleppen volledig open.
•
Als er aanzienlijk meer stoom uit een van de klep-
•
pen komt, draait u deze klep dicht.
Draai nooit de stroming van alle kleppen dicht.
•
De stoom moet ongehinderd uit de mond-
stukken worden geblazen. Als de stoom-
mondstukken en/of leidingen verstopt zijn, wordt de
stoom via de overdrukklep naar buiten geblazen (figu-
ur 5).
Het buitenste einde van de damppijp moet naar de
dampruimte worden gebogen. De leidingen mogen
geen overbodige bochten, waterophopingen of afdi-
chtingen bevatten. Figuur 10B.
A
Fig. 10
Stoommondstukken en -leidingen
Fig. 10
Pulverizadores e condutas de vapor
2.6. De stoommondstukken plaatsen
Bevestig het stoommondstuk aan het einde van de
stoomleiding en dicht de doorvoer van de stoomleiding
af met siliconenkit. De mondstukken moeten 100–300
mm boven vloerniveau worden geplaatst. Het formaat
van de schroefdraad van het mondstuk is G½ (intern).
Figuur 10A.
Zorg dat de opening van het mondstuk omlaag
wijst. Zorg dat de baders zich niet aan de stoom
kunnen branden. Plaats de mondstukken zodanig dat
niemand deze per ongeluk kan aanraken.
B
Regelklep
Válvula de controlo
100–300 mm
PT
2.5. Condutas de vapor
O vapor do gerador de vapor é encaminhado para a
sala de vapor por condutas de cobre. O diâmetro in-
terno mínimo para a conduta de vapor é 15 mm. Pode
ligar o gerador de vapor à tubagem de cobre com uma
mangueira de silício transparente cujo diâmetro inter-
no seja 25 mm.
Condutas transparentes ajudam a localizar
problemas potenciais.
As condutas devem ser cuidadosamente isola-
das. O comprimento máximo de uma conduta de va-
por bem isolada é 10 metros. Recomenda-se colocar
o gerador de vapor o mais próximo possível da sala
de vapor para minimizar o comprimento das condutas
de vapor.
Se for usado mais de um pulverizador de vapor,
cada conduta de vapor até aos pulverizadores deve
estar equipada com uma válvula de controlo de fluxo
para que o vapor seja distribuído uniformemente na
sala de vapor. Figura 7A. Ajuste das válvulas:
Abra completamente todas as válvulas.
•
Se houver significativamente mais vapor a sair de
•
uma das válvulas, reduza o caudal.
Não reduza o caudal em todas as válvulas.
•
O vapor deve poder fluir livremente dos pulve-
rizadores. Se houver um bloqueio nos pulveri-
zadores e/ou condutas de vapor, o gerador de vapor,
o vapor sairá por meio da válvula de sobrepressão
(Figura 5).
O extremo mais distante da conduta de vapor deve
estar inclinada em direção à sala de vapor. Não deve
haver curvas em excesso, bolsas de água ou cortes
nas condutas. Figura 10B.
C
2.6. Instalar os pulverizadores de vapor
Fixe o pulverizador de vapor à extremidade da con-
duta de vapor e vede a entrada da conduta de vapor
com silicone. Os pulverizadores devem ser colocados
100-300 mm acima do nível do chão. O tamanho da
rosca do pulverizador é G½" (fêmea). Figura 10A.
Aponte para baixo a abertura do pulverizador.
Certifique-se de que o vapor não queima os
banhistas. Posicione os pulverizadores de modo que
ninguém lhes possa tocar por acidente.
19
Werbung
Kapitel
