Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Maico ERM 18 Ex e Montage- Und Betriebsanleitung Seite 66

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 4
NL
Explosiegevaar. Beschermingsgraad niet
!
gegarandeerd bij een verkeerde invoer van de
leidingen in de aansluitdoos.
Beschermingsgraad door een reglementaire invoer
van de leidingen in de aansluitdoos veiligstellen.
Explosiegevaar bij gebruik met niet com-
!
pleet gemonteerd apparaat en bij niet regle-
mentair beveiligde luchtin-/uitlaat.
Het gebruik van de ventilator is uitsluitend bij een
compleet gemonteerd apparaat en met aange-
brachte beveiligingsvoorzieningen (EN 60529)
voor het luchtkanaal toegestaan. Apparaat en
buisleidingen moeten tegen aanzuiging van
vreemde voorwerpen worden beschermd.
Explosiegevaar/gevaar voor verwondingen
!
door verkeerd gemonteerde of naar beneden
vallende ventilator.
Wand- en plafondmontage uitsluitend op wanden/
plafonds met voldoende draagvermogen en groot
genoeg bemeten bevestigingsmateriaal verrichten.
Het bevestigingsmateriaal dient door klant zelf
beschikbaar gesteld te worden. Bij het inbouwen
het bereik onder de montageplaats van personen
vrijhouden.
Explosiegevaar door verkeerde afstelling.
!
De draaiende onderdelen van de ventilator zijn in
de onze fabriek afgesteld. Het apparaat mag daar-
om niet uit elkaar worden gehaald. Een uitzonde-
ring op deze beperking vormt het tijdelijk verwijde-
ren van het deksel van de aansluitdoos tijdens de
installatie van het apparaat.
LET OP:
Beschadiging van het apparaat
Verlies van de IP-beschermingsgraad, als in
vochtige ruimtes de ventilator naar boven
transporterend wordt gemonteerd. In vochtige
ruimtes de ventilator niet naar boven transporte-
rend monteren.
13 Transport, opslag
GEVAAR
!
Gevaar door naar beneden vallend apparaat bij
het transport met niet-toegestane transportmid-
delen.
Voor de ventilator en het transportgewicht ge-
schikte en toegestane hef- en transportmiddelen
gebruiken.
Personen mogen zich niet onder zwevende
lasten bevinden.
Neem het gewicht en zwaartepunt (in het mid-
den) in acht. Houd rekening met de toegestane
maximale belastbaarheid van de hefwerktuigen en
transportmiddelen. Voor totaalgewicht  typeplaat-
je op de voorpagina.
Tijdens het transport geen gevoelige componen-
ten belasten, bijvoorbeeld waaier of aansluitdoos.
Transportmiddel correct aanbrengen.
VOORZICHTIG
!
Gevaar van snijwonden door scherp
plaatwerk van de behuizing.
Draag bij het inbouwen persoonlijke be-
schermingsmiddelen (snijvaste handschoe-
nen).
● Apparaat uitsluitend in de originele verpakking
versturen.
● Apparaat droog opslaan (-25 tot +55 °C).
64
14 Technische gegevens
 Typeplaatje op voorpagina of op het apparaat.
Nominale diameter, afhan-
180, 220 (met verloop
kelijk van het type
naar 200) of 250
Beschermingsgraad
IP 64
motor
Transportcapaciteit
 Typeplaatje
Geluidsvermogensniveau
 Afb. A/typeplaatje
Trillingswaarden
BV-3
(ISO 14694)
Gewicht
 Typeplaatje
15 Omgevingscondities/gebruiks-
omstandigheden
● Toegestane omgevings- en transportmiddeltem-
peratuur: -20 °C < Ta < +50 °C. Voor speciale
uitvoeringen  typeplaatje.
● Indeling van de maximale oppervlaktetemperatuur
in klassen voor gasatmosferen. Temperatuurklas-
se T...  Typeplaatje.
Temperatuurklasse
T1
T2
Maximale opper-
vlaktetemperatuur
450 300 200 135 100
[°C]
Voor het gebruik in stofatmosferen moet er rekening
worden gehouden met de in de markering opgege-
ven oppervlaktetemperatuur.
16 Montage
Bij de montage de geldende installatievoorschriften
in acht nemen  met name EU-richtlijn 1999/92/EG,
EN 60079-14 en VDE 0100 (in Duitsland).
Montagetips
LET OP:
Beschadiging van het apparaat
Apparaten met al vooraf geïnstalleerde
leidingtoevoer naar de aansluitdoos kunnen
beschadigd raken als er aan de aansluitleiding
getrokken wordt of het apparaat aan de leiding
wordt opgetild. Niet aan aansluitleidingen trek-
ken of het apparaat aan de leiding optillen.
ERM .. Ex e/ERM .. Ex t - ventilator:
● voor de vaste installatie in buisleidingen met bij
het apparaattype (nominale diameter) passende
buisleiding of flexibele buis.
● voor montage in zicht op buis, wand, voet met
voldoende draagvermogen.
● Montagepositie willekeurig, bij vochtige ruim-
tes niet naar boven transporterend monteren.
● Voor be- of ontluchting, afhankelijk van de mon-
tagepositie.
● Apparaataansluitingsstukken aan beide kanten
voor de directe montage in buisleidingen.
● Voor verloopstukken voor het aansluiten op
andere buisdiameters  internet.
● Ter verkoming van trillingsoverdracht op het
buizensysteem raden wij de montage van
elastische manchetten types ELM-Ex en ELAEx,
bevestigingsvoet FUM en trillingsdempers GP
van MAICO aan.
Controles vóór de montage
1. De volgende controles uitvoeren: D = gedetail-
leerde controle, N = controle van dichtbij, S =
visuele controle
Controleschema
I
Apparaat voldoet aan de EPL-/zo-
ne-eisen van de montageplaats.
Apparaten van groep juist.
II
III
Apparaten temperatuurklasse juist. ●
Controleschema
Beschermingsgraad (IP-graad)
IV
van de apparaten voldoet aan het
veiligheidsniveau / de groep / het
geleidingsvermogen.
Aanduiding van de stroomkring
V
van het apparaat aanwezig en
juist.
VI
Huis en verbindingen
bevredigend.
VII
Controleer vóór het inbouwen de
goede werking van de motorlager.
Montage van het apparaat
1. Apparaat op transportschade controleren.
2. Montageplaats voor de buis-, wand- of voetmon-
tage voorbereiden: Buisleiding of flexibele buis
leggen. Bij wandmontage voor een vlak steunvlak
zorgen.
3. Leg de toegestane netleiding naar de montage-
plaats vast aan. Gebruik een bij het apparaattype
passende aansluitleiding.
T3
T4
T5
T6
VOORZICHTIG
!
Gevaar van snijwonden door scherp
85
plaatwerk van de behuizing.
Draag bij het inbouwen persoonlijke be-
schermingsmiddelen (snijvaste handschoe-
nen).
4. ERM .. Ex e/ ERM .. Ex t: Ventilator naar de mon-
tageplaats transporteren. Neem de veiligheidstips
en gegevens uit de hoofdstukken 12 t/m 15 in
acht.
GEVAAR
!
De ventilator kan tijdens gebruik trillen. Mocht
de bevestiging losraken, dan bestaat er levens-
gevaar als de ventilator door zijn eigen gewicht
naar beneden valt. Wand- en plafondmontage
uitsluitend op wanden/plafonds met voldoende
draagvermogen en met groot genoeg bemeten
bevestigingsmateriaal verrichten.
5. Bij bevestiging met montagevoet FUM: Passende
bevestigingsvoet met de bijgevoegde, zelftappen-
de plaatschroeven op het ventilatorhuis beves-
tigen (schroeven niet in de buurt van de waaier
aanbrengen). Montagepositie willekeurig. Let
erop dat de aansluitdoos op de montageplaats
vrij toegankelijk is.
6. Monteer de ventilator en schroef hem op alle
flensboringen [X] (4 stuks) vast op de wand. Stel
zelf bevestigingsmateriaal dat groot genoeg is
beschikbaar. Let op de draai- en transportrich-
ting  pijltjes met luchtrichting op sticker op het
apparaat.
7. ERM 22 Ex e/ERM 22 Ex t: Bij verloop naar 200
mm het verloopstuk [3] tussen de ventilator en
de buisleiding of de elastische manchet steken.
GEVAAR
!
Explosiegevaar bij gebruik zonderbeveiligings-
voorziening voor eventueel in het luchtkanaal
vallende of aangezogen vreemde voorwerpen
 Levensgevaar door vonkvorming. Beveilig
met een goedgekeurd veiligheidsrooster de waai-
er tegen aanraking, erin vallen en aanzuigen van
vreemde voorwerpen in het luchtkanaal .
8. Monteer met een vrije luchtin- of uitlaat vóór het
apparaat een goedgekeurd veiligheidsrooster,
bijv. MAICO veiligheidsrooster SGM-Ex
D
N
S
 afbeelding C .
9. Zorg voor voldoende nastroming van de lucht-
toevoer.
10. Breng geschikt isolatie-, geluiddempend en
installatiemateriaal aan.
D
N
S

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis