Ingangs-/Uitgangsverbinding; Bedieningsinstructies; Algemene Instructies - Inogen One G5 Handbuch

Ingangs-/uitgangsverbindingen
Deeltjesfilter
De filters moeten
aangebracht zijn
op de inlaat van
Inlaa-
de concentrator
topening
en moet
aangebracht zijn
om de inlaatlucht
schoon te
houden.
Gelijkstroom in
Verbinding voor de
externe voeding van
de wisselstroom- of
gelijkstroomvoe-
dingskabel.

4. Bedieningsinstructies

Algemene instructies

1. Zet de Inogen One® G5 op een goed
geventileerde plaats.
2. De toegang tot de inlaat en uitlaat moet
onbelemmerd zijn. Plaats de Inogen
One® G5 zodanig dat akoestische alerten
gehoord kunnen worden. Gebruik de
Inogen One® G5 steeds rechtop (zie
afbeelding voor juiste oriëntatie).
3. Verzeker dat de deeltjesfilters op hun
plaats zitten aan beide uiteinden van het
apparaat.
4. Breng de Inogen One® G5 batterij in door
de batterij op zijn plaats te schuiven totdat
het slot weer in de bovenste positie zit.
5. Sluit de wisselstroomingang op de voeding
aan. Sluit de wisselstroomstekker aan
op de voedingsbron en de stekker van
de voedingsuitgang op de Inogen One®
G5. Het groene lampje op de voeding zal
branden en er zal een pieptoon te horen
zijn van de concentrator.
Fitting voor het
canulemondstuk
De neuscanule wordt
verbonden met dit
Inlaa-
mondstuk waar de
topening
geoxygeneerde lucht
uit de Inogen One®
G5 komt.
USB-poort
Alleen voor gebruik
tijdens service.
1., 2., 3.
Inlaatopening
Inlaatopening
Uitlaatopening
4.
34