Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

Scorpius
Als de opslagomgeving niet aan deze voorwaarden voldoet, raden wij aan de accubak van de scooter te
demonteren en elders op te slaan.
Alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan de scooter MOETEN door een bevoegde leverancier
worden uitgevoerd. Verstellingen, reparaties of onderhoudswerkzaamheden die door onbevoegden aan de
scooter worden uitgevoerd, kunnen leiden tot persoonlijk letsel of schade aan de scooter.

PROBLEMEN OPLOSSEN

Hier vindt u enkele suggesties voor het oplossen van mogelijke problemen met uw scooter. Op het
bedieningspaneel bevindt zich een waarschuwingslampje voor zelfdiagnose. Wilt u een controle uitvoeren aan
de hand van dit waarschuwingslampje, schakel de sleutel (stroom) dan in (zie hoofdstuk 4-2) en tel het aantal
flitsen van het waarschuwingslampje.
Versie met aanraakscherm:
Afbeelding 27
Waarschuwingslampje zelfdiagnose:
Knipperen Omschrijving
1
Accu bijna leeg
Storing accu bijna
2
leeg
3
Storing accu hoog
Time-out
stroomlimiet of
4
oververhitting
stroommodule
5
Parkeerrem
6
Rijverbod
1654767~A
Normaal: constant licht
Abnormaal: knipperend licht
Eerste aandachtspunten
De accu is bijna leeg.
Laad de accu op.
De accu is leeg.
Laad de accu op.
Controleer de accu, inclusief de aansluitingen en bedrading
daarvan.
De accuspanning is te hoog. Dit kan optreden wanneer de accu is
overbelast of wanneer de scooter langdurig van een helling afrijdt.
Rijdt u van een helling af, verlaag dan uw snelheid om regeneratief
opladen tot een minimum te beperken.
De motor heeft de maximale nominale stroom te lang overschreden.
De scooter is mogelijk stilgevallen. Schakel de stroommodule uit, laat
deze enkele minuten rusten en schakel deze vervolgens weer in.
De motor is mogelijk defect. Controleer de motor, inclusief de
aansluitingen en bedrading daarvan. Zie hoofdstuk 2-4.
Er is ofwel een activatieschakelaar van de parkeerrem actief, of de
parkeerrem is defect.
Controleer de parkeerrem, inclusief de aansluitingen en bedrading
daarvan.
Zorg dat alle gerelateerde schakelaars in de juiste stand staan.
Schakel naar stand D (rijden). Schakel de stroom uit en weer in.
Er is een stopfunctie actief, de acculader verbiedt het rijden of er is een
OONAPU-conditie opgetreden.
Verhelp de stopconditie (zitting rechtop, etc.)
Koppel de acculader los.
Zorg dat de gashendel in een neutrale stand staat wanneer u de
stroommodule inschakelt.
De gashendel moet mogelijk opnieuw worden gekalibreerd.
De scooter is niet volledig in- of uitgeklapt.
Versie met sleutel:
Afbeelding 28
Normaal: constant licht
Abnormaal: knipperend licht
Gebruikershandleiding
99

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis