Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Waarschuwingen Voor Het Rijden - Invacare Scorpius Gebrauchsanweisung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

Scorpius
Schakel de stroom pas in wanneer u goed hebt plaatsgenomen op de zitting.
Zorg ervoor dat de stroom is uitgeschakeld voordat u op of van de scooter stapt. Zo weet u
zeker dat u de wigwag-besturing niet per ongeluk activeert. Dit zou tot letsel kunnen leiden.
Houd uw gewicht in het midden van de bodemplaat. Wanneer al uw gewicht op de rand van de
bodemplaat rust, kan de scooter uit balans raken.
Spuit of spat geen water op de scooter en bewaar deze niet onder vochtige omstandigheden,
zoals regen of sneeuw. Dit kan de elektronica beschadigen.
Verwijder geen veiligheidsgerelateerde onderdelen van de scooter, zoals de antikantelsteunen.
Gebruik geen niet-geautoriseerde onderdelen, zoals accu's of acculaders, in combinatie met de
scooter.
Gebruik alleen accessoires die worden aangeleverd door de oorspronkelijke leverancier.
Overschrijd de maximaal toegestane belasting van de scooter niet. De scooter kan hierdoor uit
balans raken.
Vertoont de scooter storingen, staak dan onmiddellijk het gebruik en neem contact op met uw
leverancier.
Wees extra voorzichtig bij het besturen van de scooter. De noodstop kan worden geactiveerd
door bijvoorbeeld een scooterstoring, stroomgebrek, overspanning of elektromagnetische
interferentie.
Oefentips:
Bestuurt u voor het eerst een scooter, dan is het verstandig om te oefenen in een open, veilige ruimte
met een vlakke, horizontale ondergrond (zoals een park of speeltuin).
Te oefenen basisfuncties: versnellen met de wigwag/wigwag loslaten/stoppen/achteruit rijden/keren/op
hellingen rijden.
Stel de snelheidsregelaar in op de laagste snelheid. Verhoog de snelheid geleidelijk naarmate u de
scooter beter leert kennen.
Zorg dat er iemand anders aanwezig is wanneer u oefent met uw scooter. Onthoud: u kunt
alleen een bekwaam bestuurder worden door te oefenen.
Oefen deze basisfuncties totdat u vindt dat u uw scooter beheerst.
Accessoires voor uw scooter:
Zelf inklappende versie: afstandsbediening x 1
Handmatig inklappende versie: sleutel x 2

2.2 WAARSCHUWINGEN VOOR HET RIJDEN

Voer voor elke rit een dagelijkse controle uit. Zie hoofdstuk 7-1.
Reik niet met uw lichaam over de rand van de scooter.
Gebruik geen mobiele telefoon en geen andere draadloze apparaten terwijl u de scooter bestuurt.
Gebruik de accu van de scooter niet om andere elektrische apparatuur op te laden, uitgezonderd
accessoires van de oorspronkelijke fabrikant.
Gebruik de scooter niet op een steilere helling dan is toegestaan. Zie hoofdstuk 2-4.
Ontwijk obstakels die de maximale hoogte overschrijden en rijd hier niet overheen. Zie hoofdstuk 2-5.
Bestuur de scooter niet onder gevaarlijke wegomstandigheden. Bestuur de scooter indien nodig met hulp
van een ander:
-
in donker, slecht weer zoals regen, sneeuw, mist, storm, en bij slecht zicht in het algemeen;
-
op smalle paden, spoorwegovergangen en oneffen terrein;
-
op nat gras, zand, grind of ander mogelijk gevaarlijk terrein.
Staak het gebruik van de scooter wanneer de accu leeg is. Wanneer u de scooter toch blijft gebruiken,
kan dat leiden tot schade aan de scooter.
Gebruik de scooter niet wanneer de zittingvergrendeling zich in de vouwpositie (rood) bevindt. De
scooter kan alleen worden gebruikt wanneer de zittingvergrendeling zich in de fixeerpositie bevindt
(groen). Zie hoofdstuk 4-6.
Moet u een bocht maken, rem dan af en houd uw zwaartepunt stabiel. Dit beperkt het risico op kantelen
of vallen aanzienlijk.
Spring niet op en schop niet tegen de voetplaat.
Stel de snelheidsregeling altijd in op de laagste snelheid wanneer u begint met rijden. Neem alle
relevante wet- en regelgeving met betrekking tot voetgangers en andere weggebruikers in acht.
1654767~A
Gebruikershandleiding
81

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis