Eufab 11437 Montageanleitung Seite 16

zie afb. 5
Druk nu op de rechter en de linker kant ieder vier stoppers van boven op de fietsrail. Let erop
dat de hoger liggende kant van de keg naar het midden van de drager moet wijzen. Leg dan
de kleine spangordel door de middelste opening van de stopper. Leg hem vervolgens van de
tegenoverliggende kant onder de fietsrail door de middenste opening weer terug (zie ook op
de afbeelding). De zes overgebleven gordels heeft u later nog nodig om de fietsen op de
juiste manier vast te kunnen maken. Open vervolgens de klampen van de framehouders en
leg zij dan met de voeringsstukken om de beugel. Sluit deze klampen daarna weer met de
gekartelde schroeven (maar maak zij nog niet helemaal vast). Voor het bevestigen van de
derde aan de vierde fiets heeft u dan de framehouder nr. 11229 nodig.
Montage van de fietsdrager op de trekhaak
Zorg voor een onbeschadigde, schone en vetvrije trekhaak. De fietsdrager wordt boven op de
trekhaak geplaatst. Schroef de fietsdrager met de schroef (pos. 10) licht vast en richt hem pa-
rallel aan de achterzijde van het voertuig. Draai nu de schroef (pos. 10) zo vast aan, dat de
drager veilig bevestigd is. Draai de vergrendelbare schroef (pos. 39) volledig in de basis en
trek vervolgens de sleutel af. Nu is uw drager tegen diefstal beveiligd.
Controleer regelmatig of de drager nog stevig op de trekhaak zit en of de fietsen nog veilig
op de drager bevestigd zijn. Controleer eveneens regelmatig de werking van de lichten van
uw fietsdrager.
Montage van de fietsen op de fietsdrager
De eerste fiets wordt in de eerste fietsrail geplaatst (die het dichtst bij het voertuig zit) en met
twee korte spangordels aan de u-vormige beugel vastgemaakt. De wielen maakt u vast door
de stoppers naar de fiets toe te schuiven en de gordels aan de wielen vast te trekken.
Let op: U moet het voorwiel nog met een kleine spangordel beveiligen zodat het tijdens
het transport niet naar links of naar rechts kan zwenken. Zie ook op de foto.
Gebruik de klamp van de framehouder voor de beugel en de tegenoverliggende spangordel
voor het vastmaken aan de fiets. De tweede fiets kunt u het beste in omgekeerde richting in
de tweede rail zetten en dan met de lange framehouder aan de u-vormige beugel vastmaken.
De wielen van deze fiets kunt u net zo beveiligen als verder boven is beschreven. De derde
fiets moet u dan weer in omgekeerde richting in de rail plaatsen en met de lange framehou-
der vastmaken. De vierde fiets maakt u ten slotte met behulp van de framehouder nr. 11229
van de ene fietsframe naar de andere vast.
Misschien zal het echter nodig zijn om de fietsen anders dan beschreven apart van elkaar en
alternerend op de drager te plaatsen om de framehouders op de juiste manier vast te kunnen
maken. Beveilig uw fietsen dan nog met de lange veiligheidsgordel: Leg hem hiervoor door
de frames van de fietsen en om de u-beugel en trek de veiligheidsgordel ten slotte goed vast.
Voor nog meer veiligheid kunt u de lange veiligheidsgordel (de trekontlastingsgordel) gebru-
iken door hem in de haak te steken.
Deze veiligheidsgordel (de trekontlastingsgordel) moet om de u-beugel worden gelegd en
het losse einde van de gordel moet vervolgens van beneden naar boven in het gordelslot
worden ingestoken. Maak dan de haak in de achterklep of the kofferbakdeksel vast en span
de gordel. De trekontlastingsgordel mach echter niet in onderdelen van glas of kunststof
worden ingestoken.
Let op:
Kom deze tips voor uw veiligheid altijd nauwnemend na!
Neem de maximaal toegestane asbelasting in acht.
Controleer altijd voordat u gaat losrijden en ook ertussendoor of de drager correct op het
voertuig is gemonteerd en of de fietsen ook stevig op de drager zitten. Zo kunt u mogelijke
beschadigingen van de bevestigingselementen op tijd ontdekken en spoedig herstellen.
Controleer ook voordat u gaat losrijden of de verlichtingsinstallatie van de drager op de juiste
manier werkt.
16