Grundfos AR Serie Montage- Und Betriebsanleitung Seite 278

1. Relaisfunctie (slag/bijna-leeg signaal selectie)
"1:OFF" of "1:ON" verschijnt op het display.
• Gebruik de "Omhoog" en "Omlaag" knoppen om te schakelen
tussen:
– "1:OFF" relaisfunctie = slagsignaal ("1/min" knippert in het
display) en
– "1:ON" relaisfunctie = bijna-leeg signaal
(leeg-signaal symbool knippert op het display).
• Druk op de "Menu/Info" knop.
Bevestig de instelling en ga naar het volgende menu-item, of
• druk op de "Start/Stop" knop en schakel de voeding uit en ver-
volgens weer aan.
Sluit het serviceniveau en bevestig de instelling.
2. Remote uit, NO/NC ingang
"2:NO" of "2:NC" verschijnt op het display ("Run" en "Stop" knip-
peren op het display).
• Gebruik de "Omhoog" en "Omlaag" knoppen om te schakelen
tussen:
– "2:NO" remote uit = normaal open contact en
– "2:NC" remote uit = normaal gesloten contact.
• Druk op de "Menu/Info" knop.
Bevestig de instelling en ga naar het volgende menu-item, of
• druk op de "Start/Stop" knop en schakel de voeding uit en ver-
volgens weer aan.
Sluit het serviceniveau en bevestig de instelling.
3. Bijna-leeg signaal, NO/NC ingang
"3:NO" of "3:NC" verschijnt op het display (leeg-signaal symbool
knippert in het display).
• Gebruik de "Omhoog" en "Omlaag" knoppen om te schakelen
tussen:
– "3:NO" bijna-leeg signaal = normaal open contact en
– "3:NC" bijna-leeg signaal = normaal gesloten contact.
• Druk op de "Menu/Info" knop.
Bevestig de instelling en ga naar het volgende menu-item, of
• druk op de "Start/Stop" knop en schakel de voeding uit en ver-
volgens weer aan.
Sluit het serviceniveau en bevestig de instelling.
4. Leeg signaal, NO/NC ingang
"4:NO" of "4:NC" verschijnt in het scherm (leeg-signaal symbool
gaat aan op het display).
• Gebruik de "Omhoog" en "Omlaag" knoppen om te schakelen
tussen:
– "4:NO" leeg-signaal = normaal open contact en
– "4:NC" leeg-signaal = normaal gesloten contact.
• Druk op de "Menu/Info" knop.
Bevestig de instelling en ga naar het volgende menu-item, of
• druk op de "Start/Stop" knop en schakel de voeding uit en ver-
volgens weer aan.
Sluit het serviceniveau en bevestig de instelling.
5. Foutsignaal, NO/NC uitgang
"5:NO" of "5:NC" verschijnt op het display ("ERROR" knippert op
het display).
• Gebruik de "Omhoog" en "Omlaag" knoppen om te schakelen
tussen:
– "5:NO" foutsignaalrelais = normaal open contact en
– "5:NC" foutsignaalrelais = normaal gesloten contact.
• Druk op de "Menu/Info" knop.
Bevestig de instelling en ga naar het volgende menu-item, of
• druk op de "Start/Stop" knop en schakel de voeding uit en ver-
volgens weer aan.
Sluit het serviceniveau en bevestig de instelling.
278
6. Relaisuitgang, NO/NC (slagsignaal/bijna-leeg signaal)
"6:NO" of "6:NC" verschijnt op het display ("1/min" en leeg-sig-
naal symbool knippert op het display).
• Gebruik de "Omhoog" en "Omlaag" knoppen om te schakelen
tussen:
– "6:NO" slag/bijna-leeg signaal relais = normaal open contact
en
– "6:NC" slag/bijna-leeg signaal relais = normaal gesloten
contact.
• Druk op de "Menu/Info" knop.
Bevestig de instelling en ga naar het volgende menu-item, of
• druk op de "Start/Stop" knop en schakel de voeding uit en ver-
volgens weer aan.
Sluit het serviceniveau en bevestig de instelling.
7. Hall-sensor aan/uit
"7:ON" of "7:OFF" verschijnt op het display ("bar" knippert op het
display).
• Gebruik de "Omhoog" en "Omlaag" knoppen om te schakelen
tussen:
– "7:ON" Hall-sensor = aangesloten en
– "7:OFF" Hall-sensor = niet aangesloten.
• Druk op de "Menu/Info" knop.
Bevestig de instelling en ga naar het volgende menu-item, of
• druk op de "Start/Stop" knop en schakel de voeding uit en ver-
volgens weer aan.
Sluit het serviceniveau en bevestig de instelling.
8. Vergrendelen "run" aan/uit
Het vergrendelen van de "Start/Stop" knop om het handmatig
stoppen van de pomp te voorkomen kan worden in- en uitge-
schakeld.
Op het display wordt "8:ON" of "8:OFF" weergegeven (het "Run"
symbool wordt weergegeven).
• Gebruik de "Omhoog" en "Omlaag" knoppen om te schakelen
tussen:
– "8:ON" Vergrendelen "run" aan en
– "8:OFF" Vergrendelen "run" uit.
• Druk op de "Menu/Info" knop of
• druk op de "Start/Stop" knop en schakel de voeding uit en ver-
volgens weer aan.
Sluit het serviceniveau en bevestig de instelling.