Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

elco CB-P2.170 G-U/TCG KN Betriebsanleitung Seite 57

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
Functie
Werkingsfunctie met afdichtingscontrole
Veiligheidsfunctie
Werkingsfunctie
Bij de eerste in bedrijfstelling, na
stroomuitval of het in werking komen van de
beveiliging, na een onderbreking van de
gastoevoer of na stilstand van 24 uur begint
een voorventilatietijd van 24 sec.
Tijdens de voorventilatie wordt:
- de luchtdruk bewaakt
- de verbrandingskamer bewaakt om
eventuele vlamsignalen te ontdekken.
Na afloop van de voorventilatietijd wordt
- de ontsteking bijgeschakeld
- de hoofd- en veiligheidsmagneetklep
geopend.
- de brander gestart.
Bewaking
De vlam wordt bewaakt door een
ionisatiesonde. De sonde is geïsoleerd op
de gaskop gemonteerd en voert door de
vlamschijf de vlamzone. De sonde mag
geen elektrisch contact met geaarde
onderdelen maken. Als er tussen sonde en
brandermassa kortsluiting optreedt, schakelt
de brander op storing. Tijdens de werking
van de brander ontstaat er in de gasvlam
een geïoniseerde zone, waardoor een
gelijkgerichte stroom van de sonde naar de
branderbuis stroomt. De ionisatiestroom
moet groter zijn dan 7 μA.
Veiligheidsfuncties
- Als zich bij de start van de brander
(toelating gastoevoer) geen vlam vormt,
dan wordt na afloop van de veiligheidstijd
van max. 3 seconden de brander
uitgeschakeld en de gasventiel wordt
gesloten.
- Bij een verdwijning van de vlam gedurende
de werking wordt de gastoevoer binnen
een seconde onderbroken. Er wordt dan
119.2
een nieuwe start uitgevoerd. Als de
brander start, wordt de werking voortgezet.
Zoniet volgt een uitschakelen in
storingstoestand.
- Bij gebrek aan lucht gedurende de
voorventilatie of de werking volgt
uitschakelen in storingstoestand.
- Bij gasgebrek gaat de brander niet in
werking of wordt uitgeschakeld. Er volgt
een wachttijd van 2 minuten. Daarna wordt
nog een startpoging uitgevoerd. Als daarna
geen gasdruk voorhanden is, volgt nog
een wachttijd van 2 minuten. De wachttijd
kan alleen door een
spanningsonderbreking van de brander
worden gereset. Wachttijden: 3 x 2 min,
daarna 1 uur.
Bij uitschakelen van de regeling
- De regelthermostaat onderbreekt de
aanvraag naar warmte.
- De gasmagneetventielen gaan dicht
- De vlam dooft
- De ventilatormotor blijft in werking
gedurende een beperkte tijd (standaard 14
sec) (in optie tot 90 sec).
- De lektest van de ventielen wordt
uitgevoerd.
- De brandermotor wordt uitgeschakeld
- De brander is klaar voor werking
Optie: Snelle start met voortdurende
werking van de motor.
Let op: Alleen voor goedgekeurde
warmteproducerende uitrusting
Functie:
- De ventilatormotor start, van de zodra de
brander met stroom wordt gevoed.
- De ventilatormotor werkt ook bij
werkingsgereedheid.
- Wanneer warmte wordt aangevraagd wordt
de brandermotor gedurende korte tijd
uitgeschakeld om de ruststand van de
119 pBr
Y13
F4
104
119.1
F4
F6
F6
Y13
Y12
1
104
106
108
119pBr
119.1
119.2
05/2014 - Art. Nr. 420010540302
luchtdrukschakelaar te controleren.
- Vervolgens start de brander zonder
verdere voorventilatie binnen ongeveer 4
sec.
Optie: Snelle start met lange
voorventilatie.
Let op: Deze optie mag alleen worden
gebruikt bij warmteproducerende
uitrusting die hiertoe zijn goedgekeurd
door de fabrikant in overleg met ELCO.
Functie:
Bij het voor de eerste maal inschakelen, na
een stroomonderbreking en na gasgebrek of
na 24 uur stilstand volgt vóór het
inschakelen van de brander een
voorventilatiefase die, naargelang van de
warmtegenerator, tot 600 sec kan bedragen.
Bij het volgende uitschakelen van de
regeling start de brander bij een nieuwe
aanvraag tot warmte dan zonder
voorventilatie binnen 4 sec. Bij deze optie is
de automatische afdichtingscontrole van de
ventielen in principe verplicht en mag niet
worden uitgeschakeld.
NB. CH
Volgens de instructies van de SSIGE, is het
verplicht een veiligheidsgasklep (nr. 1) in de
leiding te installeren.
NB. DE
Volgens de standaard verordening voor
verbrandingsruimtes, moeten op locaties
met gasbranders bovendien een thermisch
in werking tredende afsluiter worden
gebruikt (nr. 1).
Y12
119.1
106
108
Gasdrukbewaker
Luchtdrukbewaker
Hoofdelektroklep
Veiligheidsmagneetklep
Thermische veiligheidsklep (door de installateur te
installeren).
Gasdrukregelaar
Zeef
Gasonderbrekingsklep (door de installateur te instal-
leren).
Meetpunt gasdruk bij de uitgang van de klep.
Meetpunt gasdruk voor de kleppen.
Meetpunt luchtdruk
nl
1
57

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Cb-p2.170 g-u/tcg klCb-p2.170 g-u/tcg/tc knCb-p2.250 g-u/tcg knCb-p2.250 g-u/tcg klCb-p2.250 g-u/tcg/tc knCb-p2.250 g-u/tcg/tc kl

Inhaltsverzeichnis