Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Alde Compact 3010 Betriebsanweisung & Installationsanleitung Seite 32

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für Compact 3010:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 18
In directe aansluiting op de accu moet
een 3-5 A zekering (E 36) worden
gemonteerd. De plus- en de minkabel
tussen de accu en de ketel dient een
dikte van 1,5 mm
te hebben voor een
2
tot 20 meter lange kabel (10 m voor
de pluskabel en 10 m voor de minka-
bel). In geval van een langere kabel
moet dit 2,5 mm
zijn. Indien gebruik
2
wordt gemaakt van een transformator
in plaats van een accu, moet deze van
goede kwaliteit zijn en echte gelijk-
stroom leveren, geen pulserende gelijk-
stroom. De elektrische aansluiting vanaf
de ketel naar de circulatiepomp in het
expansievat moet worden uitgevoerd
met een 2-aderige kabel van minimaal
0,5 mm
(max. lengte 6 m). Bij een
2
langere kabel 0,75 mm
. Bevestig de
2
kabel aan de 2-polige stekker en sluit
deze op het contact (E 38) op de ketel
aan en op het contact van de circulatie-
pomp (E 39).
230 Volt ~
De ketel (elektrisch verwarmingsele-
ment) moet worden aangesloten op
een vaste 230 V~ stroomvoorziening
en worden afgezekerd met een 10 A
zekering voor een 2 kW element en 16
A voor een 3kW element. De ketel moet
zijn geaard. De installatie ervan moet
worden uitgevoerd door een erkende
installateur volgens de van toepassing
zijnde landelijke voorschriften. Er mag
alleen een originele Alde aansluitkabel
worden gebruikt.
WaarsCHuWing: 230 V ~ moet vol-
ledig gescheiden liggen van 12 V.
Fig e
34. Verlengingskabel 35. Schakelaar
36. Hoofdzekering 3 - 5 A.
37. Aansluitblok voor 12 V in.
38. 2-polig aansluitblok op ketel.
39. 2-polig aansluitblok op pomp.
40. Bedieningspaneel 3010 214
41a.Circulatiepomp 12 V.
41b.Circulatiepomp 230 V.
42. Ketel.
43. 15-polig aansluitblok.
44. Accu 12 V.
Vullen Van Het Ver-
Warmingssysteem
Het verwarmingssysteem moet worden
gevuld met een vloeistofmengsel van
water en antivries. Gebruik bij voorkeur
een kant-en-klaar antivries (glycol) van
hoge kwaliteit (met inhibitoren) geschikt
voor een aluminium verwarmings-
systeem. Indien van geconcentreerd
antivries gebruik wordt gemaakt, moet
het mengsel uit 60% water en 40%
32
antivries bestaan. Indien de verwar-
mingsinstallatie wordt blootgesteld aan
temperaturen lager dan -25° moet het
antivriesgehalte worden verhoogd,
maar nooit hoger dan 50%.
Het reservoir waar het vloeistofmeng-
sel in wordt voorbereid moet goed
schoon zijn en de leidingen van het
verwarmingssysteem dienen vrij van
verontreinigingen te zijn. Dit om bacte-
riegroei in het systeem te voorkomen.
Het systeem moet worden gevuld in
het expansievaatje. Het zij handmatig
of met behulp van de Alde bijvulpomp,
waarmee het systeem zowel wordt bij-
gevuld als ontlucht. Indien het systeem
handmatig wordt gevuld, moet de vloei-
stof langzaam worden bijgevuld totdat
het niveau ca.1 cm boven de MIN-
streep van het vat staat.
Ontlucht het systeem. Meer vloeistof
bijvullen indien het niveau na het ont-
luchten is gezakt. In geval van een pas
gevuld systeem, moet het systeem
gedurende de eerste dagen dat de
verwarming wordt gebruikt met regel-
matige tussentijden herhaalde malen
worden ontlucht.
Voor overig onderhoud aan het verwar-
mingssysteem, wordt naar de gebruiks-
aanwijzing verwezen.
Controle Van de
installatie
gassysteem:
• Na installatie of service moet de
afdichting van de gasinstallatie altijd
worden gecontroleerd volgens de
van toepassing zijnde voorschriften.
In geval van lekkage moet het lek
worden opgespoord met een lek-
spray of zeepwater.
n.b. Gebruik nooit open vuur voor
het opsporen van lekkage.
• Controleer of de drukregelaar de
juiste druk levert (30 mbar).
Ter bevordering van de veiligheid
wordt aanbevolen om de gaslektes-
ter van Alde te monteren. Deze moet
direct na de drukregelaar worden
gemonteerd en met één druk op de
knop kan dan worden gecontroleerd
of de installatie goed afdicht.
Verwarmingssysteem:
• De afdichting van het verwarmings-
systeem moet worden gecontroleerd
wanneer het hele systeem zichtbaar
is, d.w.z. voordat de inrichting wordt
gemonteerd. Deze controle kan op
twee manieren worden gedaan. Een
dichtheidscontrole met 0,75 - 1,0 bar
druk gedurende 15 minuten, drukver-
mindering maximaal 0,05 bar, of door
het systeem te vullen met vloeistof
en daarna een visuele controle uit te
voeren. Er mag zich absoluut geen
lekkage van vloeistof voordoen.
• Controleer of alle slangklemmen
zijn gemonteerd en op de juiste plek
zitten.
overig:
• Controleer of de ontluchtings- en
aftapslangen van het expansievat en
de aftapklep voor het warme water
eventueel verstopt zijn.
• Controleer bij de rubberen aansluiting
op de circulatiepomp of deze in de
goede richting draait (linksom).
• Controleer of de schoorsteen en de
slangen goed zitten en of alle slang-
klemmen zijn gemonteerd en vastge-
draaid.
• Controleer of het servicejournaal van
de ketel is ingevuld met fabricage-
nummer en installatiedatum.
• Controleer of het jaartal is aangekruist
op het typeplaatjes van de ketel
(tijdens montage of eerste inbedrijf-
stelling).

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis