Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Stiga PARK COMPACT 16 HST Gebrauchanweisung Seite 66

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 38
NL
2.4.2 Koppeling - parkeerrem (1:B)
Druk nooit op het pedaal tijdens het ri-
jden. De krachtoverbrenging kan dan
oververhit raken.
Het pedaal (3:B) heeft de vol-
gende drie standen:
• Omhoog. De koppeling is niet geactiveerd. De
parkeerrem is niet geactiveerd.
• Voor de helft ingetrapt. Voorwaarts rijden uit-
geschakeld. De parkeerrem is niet geactiveerd.
• Volledig ingetrapt. Voorwaarts rijden uitge-
schakeld. De parkeerrem is geactiveerd maar
niet vergrendeld. Deze stand wordt ook ge-
bruikt als noodrem.
2.4.3 Vergrendeling, parkeerrem (1:C)
De vergrendeling vergrendelt het kop-
pelings-/rempedaal in de ingetrapte stand.
Deze functie wordt gebruikt om de ma-
chine te vergrendelen op hellingen, tijdens
transport enz., als de motor niet draait.
Vergrendelen:
1. Trap het pedaal (1:B) volledig in.
2. Verplaats de vergrendeling (1:C) naar rechts.
3. Laat het pedaal (1:B) los.
4. Laat de vergrendeling (1:C) los.
Ontgrendelen:
Trap het pedaal (1:B) volledig in en laat het weer
los.
2.4.4 Rijden - bedrijfsrem (1:F)
Als de machine niet remt zoals ver-
wacht als het pedaal wordt losgelaten,
moet het linkerpedaal (1:B) worden ge-
bruikt als noodrem.
Het pedaal regelt de versnelling tussen de motor en
de wielen (= de snelheid). Wanneer het pedaal om-
hoog staat, wordt de bedrijfsrem geactiveerd.
1. Pedaal voorwaarts
– de machine gaat vooruit.
2. Pedaal onbelast
– de machine staat stil.
3. Pedaal achterwaarts
– de machine rijdt achteruit.
4. Minder druk op het pedaal
– de machine remt.
2.4.5 Gas- en chokehendel (1:D)
Hendel om de snelheid te regelen en om te choken
bij een koude start.
66
NEDERLANDS
Als de motor onregelmatig loopt, be-
staat er een kans dat de hendel te ver
naar voren staat zodat de choke geac-
tiveerd wordt. Dit beschadigt de motor,
verhoogt het brandstofgebruik en is
schadelijk voor het milieu.
1. Choke - voor het starten van een koude
motor. De choke staat in de bovenste stand
in de groef.
Gebruik deze functie niet als de motor
warm is.
2. Vol gas - bij gebruik van de machine al-
tijd vol gas geven.
Om de gashendel op vol gas te zetten, zet
u de hendel ongeveer 2 cm achter de
chokestand.
3. Stationairloop.
2.4.6 Contactslot (1:E)
Laat de sleutel niet in stand 2 of 3 op de
machine zitten. Er is dan brandgevaar
omdat brandstof in de motor kan lopen
via de carburateur en de accu kan
ontladen en worden beschadigd.
Contactslot dat gebruikt wordt om de motor te
starten en uit te schakelen. Vier standen:
1. Stopstand - de motor is kortgesloten. De
sleutel kan verwijderd worden.
2/3. Rijstand.
4. Startstand - de elektrische startmotor
wordt geactiveerd op het moment dat de
sleutel in de veerbelaste startstand wordt
gedraaid. Laat de sleutel teruggaan naar
rijstand 2/3 wanneer de motor gestart is.
2.4.7 Krachtafnemer (2:G)
De krachtafnemer mag nooit
ingeschakeld zijn wanneer het aan de
voorzijde gemonteerde gereedschap in
de transportstand staat. Dit beschadigt
de riemtransmissie.
Hendel voor in- en uitschakelen van de
krachtafnemer voor aandrijving van aan de
voorzijde gemonteerde accessoires. Twee standen:
1. Voorste stand - krachtafnemer
uitgeschakeld.
2. Achterste stand - krachtafnemer inge-
schakeld.

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Compact 16 4wd

Inhaltsverzeichnis