Het Gras Maaien - GGP ITALY 102 Gebrauchsanweisung

5.4.5 Het gras maaien

1
A = 10 mm
A = 30 mm
Model 102
Regel de positie van de antiscalp
wielen die als functie hebben het
risico op scheuren in het gazon te
vermijden, die veroorzaakt zou-
den kunnen worden doordat de
rand van het maaidek op onregel-
matige grond sleept.
Door de vier mogelijke montageposities van de wielen wordt er een
veiligheidsafstand «A» gehouden tussen de rand van het maaidek
en de grond.
Om de stand te veranderen, de pin (1) losschroeven en verwijderen
en het wieltje (2) terug plaatsen in de bovenste of onderste opening
van de rang die overeenkomt met de diameter van het wieltje.
LET OP!
Deze werkzaamheid moet steeds op
beide wieltjes uitgevoerd worden, die op dezelfde hoogte
geplaatst moeten worden, BIJ UITGESCHAKELDE MOTOR
EN MESSEN.
Beginnen met maaien:
– zet de gashendel in de «SNEL» stand;
– zet het maaidek in de hoogste stand;
– schakel de messen alleen in (
A = 0 mm
– begin heel langzaam en voorzichtig te rijden op de grasgrond, zoals
A = 20 mm
– stel de juiste rijsnelheid en maaihoogte in (
A
Het is in ieder geval verstandig om, elke keer als er een afname in het
aantal toeren van de motor wordt waargenomen, de snelheid te vertra-
2
gen, denk eraan dat er nooit een mooi maaibeeld verkregen wordt als
de rijsnelheid te hoog is ten opzichte van de hoeveelheid gras.
1
Ontkoppel de messen en zet het maaidek in de hoogste stand als er
over een obstakel heen moet worden gereden.
5.4.6 Het legen van de opvangzak
Zorg dat de zak niet te vol raakt om verstopping van het uitwerpkanaal
te voorkomen.
grond met grind of te hoog gras;
reeds eerder beschreven is;
de toestand van het gazon (lengte, dichtheid en vochtigheid van het
gras).
LET OP!
Bij het maaien van hellingen dient de rijs-
nelheid verminderd te worden om de veiligheidscondities te
garanderen ( 1.2 - 5.5).
OPMERKING
Het legen van de opvangzak kan alléén wor-
den uitgevoerd als de messen uitgeschakeld zijn; is dit niet het geval
dan slaat de motor af.
4.7) op het grasveld en niet op
4.8) afhankelijk aan
NL 21