Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Technische Gegevens - VOLTCRAFT SDM-115 Bedienungsanleitung

Schichtdicken-messgerät
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

Afhankelijk van het dragermateriaal wordt voor de meetwaarde „Non Ferr" voor niet-mag-
netische metalen en „Ferr" voor magnetische metalen weergegeven. Verschijnt geen
materiaalweergave, dan werd het dragermateriaal niet herkend en werd er geen
meetwaarde berekend. Herhaal de meting indien nodig.
Let er hierbij op, dat zich geen luchtbellen tussen dragermateriaal en coating bevinden.
Dat leidt tot meetfouten.
Meetmodus voor de herkenning van het dragermateriaal omschakelen
Na het inschakelen is altijd de automatische metaalherkenning actief (symbool „A").
Deze modus kan handmatig op een metaalsoort worden vastgezet. De omzetting blijft echter alleen zo lang
actief, tot het meetapparaat zichzelf uitschakelt.
Voor het omzetten gaat u als volgt te werk:
Het meetapparaat moet uitgeschakeld zijn.
Voor magnetische metalen houdt u de „mils/µm"-toets (4) ingedrukt en schakelt het meetapparaat via de
meettoets (1) in. In de display verschijnt „FErr onLY". Voer de meting uit.
Voor niet-magnetische metalen houdt u de „Licht"-toets (6) ingedrukt en schakelt het meetapparaat via de
meettoets (1) in. In de display verschijnt „nonF onLY". Voer de meting uit.
Alarmgrenzen „Hi/Lo" instellen
De alarmmodus „ALM" is altijd actief en kan niet worden gedeactiveerd. Vanaf fabriek zijn deze waarden op
1200 µm en 0 µm vooraf ingesteld. De alarmgrenzen kunnen na wens worden gewijzigd. De alarmmelding
functioneert alleen bij een individuele meting na het loslaten van de meettoets.
Bij het overschrijden van de Hi-waarde klinkt 4 keer een alarm, bij de onderschrijding van de Lo-waarde klinkt
een 2,5 sec. durend geluid.
In de display wordt naast het symbool „ALM" ook het overeenkomstige alarm („Hi" of „Lo") weergegeven.
Voor het instellen gaat u als volgt te werk:
Het meetapparaat moet uitgeschakeld zijn.
Houd de „CAL"-toets ingedrukt en druk op de meettoets (1). In de display staat „SET Hi".
Kies met de pijltoetsen (5 + 7) de waarde voor het Hi-alarm. Bevestig uw invoer met de „CAL"-toets. Het
instelmenu voor het Lo-alarm is geopend (weergave „SET Lo").
Kies met de pijltoetsen (5 + 7) de waarde voor het Lo-alarm. Bevestig uw invoer met de „CAL"-toets. Het
instelmenu wordt afgesloten en schakelt om in de meetweergave.
MAX, MIN, MAX-MIN en AVG-functie
De maximale en minimale waarde alsmede het verschil uit MAX en MIN worden voortdurend bij elke meting
opgeslagen. Deze waarden kunnen onmiddellijk na het inschakelen worden gewist. Let erop, dat in de dis-
play „run" wordt weergegeven. Druk kort op de „Zero"-toets om de MAX, MIN en MAX-MIN-waarde te wissen.
De gemiddelde weergave „AVG" heeft daarentegen alleen betrekking op de opgeslagen meetwaarden
(„no_1" tot max. „no_255"). De AVG-waarde wordt gewist, wanneer het datalogger-geheugen werd gewist.
Meetapparaat calibreren
Het meetapparaat dient regelmatig resp. na werkonderbrekingen voor elke eerste meting te worden
gecalibreerd. Om de nauwkeurigheid van de meting te vergroten, dient zo mogelijk de nulpunt-calibratie en
de meetwaarde-calibratie na elkaar en voor elke meting te worden doorgevoerd.
Nulpunt-calibratie
Voor elke meting is een nulpunt-calibratie noodzakelijk.
Schakel het meetapparaat in.
Plaats het meetapparaat met de sensor op een bijgevoegde metaalplaat en druk op de meettoets. Wacht tot
de meetwaarde zich heeft gestabiliseerd. Laat de meettoets los. Druk kort op de „Zero"-toets. De
meetwaarde alsook alle MAX/MIN-geheugens worden met een geluid op nul gezet. De verdere metingen
kunnen plaatsvinden.
Meetwaarde-calibratie
De meetwaarde-calibratie dient na werkonderbrekingen resp. voor de eerste meting bij meetreeksen te
worden doorgevoerd.
Voor de meetwaarde-calibratie gaat u als volgt te werk:
Schakel het meetapparaat in.
Leg de kunststof-referentieplaat op één van de bijgevoegde metaalplaten. Plaats het meetapparaat met de
sensor op de over elkaar liggende calibratieplaten en druk op de meettoets. Wacht tot de meetwaarde zich
heeft gestabiliseerd. Laat de meettoets los.
Druk kort op de „CAL"-toets. In de display wordt „2-Pt" weergegeven.
Stel met de beide pijltoetsen (5 + 7) de juiste waarde van de kunststof plaat in.
De „CAL"-toets bevestigt de invoer en schakelt de normale meetweergave om.
Snelle meetwaarde-calibratie
De referentiewaarde van uw bijgevoegde kunststof plaat kan vast in het apparaat worden geprogrammeerd,
om de meetwaarde-calibratie sneller te kunnen uitvoeren.
Om de referentiewaarde in het apparaat op te slaan gaat u als volgt te werk:
Het meetapparaat moet uitgeschakeld zijn.
Houd de „MAX/MIN"-toets ingedrukt en druk op de meettoets. In de display verschijnt kort „SET dFut" en
aansluitend een waarde.
Stel met de pijltoetsen de waarde van uw kunststof calibratieplaat in.
De „CAL"-toets bevestigt de invoer en schakelt de normale meetweergave om.
Voor de snelle meetwaarde-calibratie gaat u als volgt te werk:
Schakel het meetapparaat in.
Leg de kunststof-referentieplaat op één van de bijgevoegde metaalplaten. Plaats het meetapparaat met de
sensor op de over elkaar liggende calibratieplaten en druk op de meettoets. Wacht tot de meetwaarde zich
heeft gestabiliseerd. Laat de meettoets los.
Druk gedurende ca. 2 sec. de „Zero"-toets. De meetwaarde wordt geactualiseerd.
De verdere metingen kunnen plaatsvinden.
Calibratiepunten wissen
Door langere meettijden kunnen meetfouten optreden, die door een normale calibratie niet meer betrouwbaar
kunnen worden verholpen. In dit geval is het raadzaam, de calibratiepunten voor nulpunt en meetwaarde te
wissen.
Voor het wissen gaat u als volgt te werk:
Het meetapparaat moet uitgeschakeld zijn.
Houd de „Zero"-toets ingedrukt en druk op de meettoets. Op de display verschijnt „CLr SET".
Na ca. 2 sec. schakelt het meetapparaat in de normale meetweergave om.
Voer nu een nieuwe nulpunt- en meetwaardecalibratie uit.
Het meerapparaat is weer overeenkomstig de aangegeven specificaties.
Datalogger
Het meetapparaat maakt de opslag mogelijk van tot 255 meetwaarden, die op een later tijdstip kunnen
worden uitgelezen. De datalogger-functie is altijd actief en legt elke meting chronologisch vast.
De geheugenpositie is voldoende voor max. 255 meetwaarden. Zijn alle geheugenposities bezet, dan vindt
geen vastlegging meer plaats. Na het uitlezen kan het geheugen handmatig worden gewist. Dit wisproces
geschiedt voor alle geheugenposities en is niet omkeerbaar.
Het aantal bezette geheugenposities kan in de weergavemodus „AVG" worden afgelezen. Hier vindt de
weergave van de al bezette geheugenposities plaats, afwisselend met de gemiddelde waarde „AVG" van de
opgeslagen data. Deze worden met „no_ 1" tot „no_255" weergegeven.
De datalogger kan als volgt worden uitgelezen en gewist:
Schakel het meetapparaat in.
Houd gedurende ca. 2 sec. de „mils/µm" -toets ingedrukt.
Zijn nog geen geheugenposities met data bezet, dan wordt „no dAtA" weergegeven en het dataloggermenu
automatisch beeindigd.
Zijn er data aanwezig, dan wordt de eerste geheugenpositie weergegeven.
Met de pijltoetsen (5 + 7) kunnen de geheugenposities worden gekozen.
De „CAL" -toets beeindigt het dataloggermenu en schakelt naar de meetweergave terug.
Tussen de laatste en de eerste geheugenpositie bevindt zich de wisfunctie „CLr LoG". Om het volledige
geheugen te wissen drukt u op de „CAL"-toets. De weergave schakelt terug naar de meetmodus.
Onderhoud
Het meetapparaat is op het incidenteel reinigen na onderhoudsvrij. Gebruik voor het schoonmaken van het
apparaat een schone, droge, antistatische en pluisvrije reinigingsdoek zonder toevoeging van schurende,
chemische en oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen.
U hebt met het meetapparaat een product aangeschaft dat volgens de actuele stand der
techniek werd geconstrueerd en dat bedrijfszeker is.
Bij vragen over het gebruik van het meetapparaat staat onze afdeling technische
assistentie bereikbaar onder het hierna volgende telefoonnummer tot uw beschikking:
Voltcraft®, Lindenweg 15 D-92242 Hirschau, tel. +49 (0)180 / 586.582 7
Verwijdering
Afgedankte elektronische apparaten zijn grondstoffen en horen niet bij het huishoudelijk afval.
Als het apparaat het einde van zijn levensduur heeft bereikt moet u het volgens de geldende
wettelijke voorschriften inleveren bij een van de gemeentelijke inzamelpunten. Verwijdering via
het huishoudelijk afval is niet toegestaan.
Verwijderen van gebruikte batterijen/accu's!
Als eindverbruiker bent u wettelijk verplicht (KCA-voorschriften) gebruikte batterijen en accu's in te leveren;
verwijdering samen met huishoudelijk afval is verboden!
Batterijen en accu's met schadelijke stoffen worden gekenmerkt door nevenstaande symbolen,
die duiden op het verbod van verwijdering samen met het gewone huishoudelijke afval. De
aanduidingen voor de cruciale zware metalen zijn: Cd = cadmium, Hg = kwik, Pb = lood. Lege
batterijen/accu's kunt u gratis inleveren bij de verzamelplaatsen van uw gemeente, onze filialen
of andere verkooppunten van batterijen/accu's!
Zo voldoet u aan de wettelijke verplichtingen en draagt u bij tot het beschermen van het milieu!

Technische gegevens

Display..................................................LC-display 2000 counts
Meetinterval/meettijd ............................1 seconde
Meetbereik............................................0 – 1000 µm (0 – 40,0 mils)
Resolutie ..............................................1 µm (0,1 mil)
Meetbare dragermaterialen ..................magnetische metalen: IJzer, staal
niet-magnetische metalen: Koper, aluminium, zink, brons, messing etc.
Nauwkeurigheid....................................0 – 199 µm (+/- 10 µm),
200 – 1000 µm (+/- 3% + 10 µm)
0 – 7,8 mils (+/- 0,4 mils)
7,9 – 40 mils (+/- 3% + 0,4 mils)
Temperatuurfactor per °C ....................Nauwkeurigheid x 0,1 (buiten 18 – 28 °C- bereik)
Voeding ................................................9V blokbatterij (bijv. 1604, 6F22)
Automatische uitschakeling ..................ca. 15 sec. zonder meting/toetsdruk
Gewicht ................................................ca. 135 g
Afmetingen (bxhxd) in mm....................105 x 148 x 42
Omgevingsvoorwaarden
Gebruikstemperatuur............................0 tot +50°C
Relatieve luchtvochtigheid: ..................<75% (niet condenserend)
Opslagomstandigheden........................-20°C tot +60°C, <80% rel. luchtvochtigheid
Colofon in onze gebruiksaanwijzingen
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de firma Voltcraft
(www.voltcraft.de).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie in
elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden.
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van techniek en uitrusting voorbehouden.
© Copyright 2011 by Voltcraft
®
®
, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Duitsland, Tel. +49 180/586 582 7
V2_0311_01/AB

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis