NEDERLANDS
VERSCHILLENDE TOESTELLEN MET ELKAAR VERBINDEN
Hebt u niet genoeg met 16 kanalen en/of scènes? Geen
probleem: u kunt verschillende toestellen met elkaar
verbinden. De afbeelding toont u het maximum aantal dat u
kunt gebruiken. Volgende combinaties zijn echter ook
mogelijk:
2 toestellen: 1master + 1slave = 32 scènes + kanalen.
3 toestellen: 1master + 2slaves = 48 scènes + kanalen.
4 toestellen: 1master + 3slaves = 64 scènes + kanalen.
Toestellen met elkaar verbinden is heel gemakkelijk: gebruik
standaard RJ-45 cat5 patch kabels zoals in Ethernet
computer netwerken gebruikt wordt. (wij kunnen u deze ook
leveren: 0,5m = order code 5151 of 1,5m = order code 5152).
Schakel de controllers uit.
Sluit de Link uitgang (11) van de master aan op de Link
ingang (11) van de eerste slave.
Sluit de Link uitgang (11) van de eerste slave aan op de
Link ingang (11) van de tweede slave. (u kunt zo verder
gaan tot 4 toestellen)
Sluit de DMX kabel aan op de DMX uitgang (12) van de master (!!!).
Schakel de controllers aan: de controllers zullen automatisch gelinkt worden. Op de linker zijde van elke
display ziet u het ID nummer van elk toestel. De master draagt steeds ID = 1.
Belangrijke opmerking: de controles met nummer 4 tot 9 op de afbeelding van de voorzijde kunnen
ALLEEN gebruikt worden op de master. Deze controles worden NIET gebruikt op de slaves!
HOE ALS DMX CONTROLLER GEBRUIKEN
GEBRUIK IN MANUELE MODUS
De eenvoudigste manier om de Scenemaster te gebruiken:
Druk op de SCENE/MANUAL toets (4) om de controller in manuele modus te zetten.
Open de master fader (7).
Gebruik de KANAAL faders (1) en FLASH toetsen (2) om het gewenste resultaat te bekomen.
Opmerking: gebruik de DISPLAY toets (6) om de gewenste DMX op de display te tonen (0-512 of 0-100%).
GEBRUIK IN SCÈNE MODUS
Een scène is een combinatie van verschillende fader posities en kan onder een fader opgeslagen worden.
Wanneer de controller dan in scène modus staat zult u met deze fader de volledige scène van deze
verschillende fader posities terug in één keer kunnen oproepen.
Druk op de SCENE/MANUAL toets (4) om de controller in scene modus te zetten.
Open de master fader (7).
Er zijn 2 manieren om scènes terug op te roepen:
Gebruik de KANAAL faders (1) om de opgeslagen scènes progressief op te roepen (0-100%). Van
zodra de KANAAL fader een beetje naar boven is verplaatst kunt u ook de overeenkomstige
FLASH toets (2) gebruiken om de scène onmiddellijk de waarde 100% toet te kennen. Wanneer u
de FLASH toets weer los laat zal de scène terug keren naar de ingestelde waarde van de KANAAL
fader. Verschillende scènes kunnen gemixt worden.
Gebruik de FLASH toetsen (2) om de scènes aan/uit te schakelen. (fader van de overeenkomstige
scène moet dicht staan!) Verschillende scènes kunnen gemixt worden.
Opmerking: gebruik de DISPLAY toets (6) om de gewenste DMX op de display te tonen (0-512 of 0-100%).
SCÈNES PROGRAMMEREN – OP BASIS VAN KANALFADER POSITIES
A. Scènes kunnen alleen geprogrammeerd worden wanneer het toestel in "program mode" staat. Ga dus
eerst over naar "program mode" door samen op de SCENE/MANUAL (4) en de PROGRAM (8) toetsen te
drukken de rode "program LED" is aan.
B. Gebruik de SCENE/MANUAL toets (4) om de controller in manuele modus "MANUAL" te zetten.
C. Gebruik de KANAAL faders (1) om de gewenste scène in te stellen. (de scène wordt door de DMX
uitgang gestuurd)
D. Druk op de PROGRAM toets (8) om te kijken welke kanalen nog vrij zijn voor programmatie:
Bij kanalen waarin GEEN scène geprogrammeerd is, is de STATUS LED (3) uit.
Bij kanalen waarin wel al een scène geprogrammeerd is, is de STATUS LED (3) aan.
JB SYSTEMS
®
22/43
HANDLEIDING
SCENEMASTER