11 Met de motorzaag werken
► Kettingzaag niet gebruiken en contact opnemen met
een STIHL dealer.
De kettingzaag is defect.
10.6 Kettingsmering controleren
► Motor starten en kettingrem lossen.
► Zaagblad op een lichtgekleurd oppervlak richten.
► Gas geven.
Zaagkettingolie wordt weggeslingerd en is herkenbaar op
het lichtgekleurde oppervlak. De kettingsmering
functioneert.
Als er geen weggeslingerde zaagkettingolie zichtbaar is:
►
Motor afzetten.
►
Zaagkettingolie bijvullen.
►
Kettingsmering opnieuw controleren.
►
Als er nog steeds geen zaagkettingolie op het
lichtgekleurde oppervlak zichtbaar is: de kettingzaag niet
gebruiken en contact opnemen met een STIHL dealer. De
kettingsmering is defect.
11 Met de motorzaag werken
11.1 Winterstand instellen
Als bij temperaturen onder de +10 °C wordt gewerkt, kan bij
de carburateur ijsvorming ontstaan. Om ervoor te zorgen dat
de carburateur in de warme luchtstroom vanuit de motor zit,
moet de winterstand worden ingesteld.
LET OP
Als bij temperaturen boven de +10 °C in de winterstand
wordt gewerkt, kan de motor te heet worden.
► Zomerstand instellen.
► Motor afzetten en kettingrem inschakelen.
0458-787-7621-A
1
1
► Kapsluitingen (1) 1/4 slag linksom draaien.
► Kap (2) wegnemen.
► Schuif (3) lostrekken.
► Schuif (3) zo uitlijnen dat het symbool (4) naar de
kettingzaag is gericht.
► Schuif (3) tot aan de aanslag in de geleiding schuiven.
De schuif klikt merkbaar vast.
► Kap (2) aanbrengen.
► Kapsluitingen (1) zo ver rechtsom draaien tot er een klik
hoorbaar is.
De kapsluitingen (1) zijn vergrendeld.
11.2 Zomerstand instellen
Als bij temperaturen boven de +10 °C wordt gewerkt, moet
de zomerstand worden ingesteld.
► Motor afzetten en kettingrem inschakelen.
Nederlands
3
3
4
109