Knop
Functie
(9)
Beeldschermspiegeling verticaal
(10)
Menunavigatie naar boven
(11)
Beeldhelderheid verhogen
(12)
Menunavigatie naar beneden
Weergave afstandslijnen aan/uit (indien menu niet geactiveerd en afstandslijnen in het
menu geactiveerd)
(13)
Tijdinstelling tot automatische uitschakeling
0 = automatische uitschakeling: gedeactiveerd
10 - 90 = tijd tot automatische uitschakeling in minuten
(14)
Weergave cameranummer
(15)
Manuele keuze van de camera-ingangen (CAM1 > CAM2 > CAM3 > CAM1 > ...)
12. Onderhoud en reiniging
Reinig de monitor uitsluitend met een licht vochtige, zachte doek. Gebruik in geen geval oplosmiddelen die
het behuizingsoppervlak kunnen beschadigen.
Oefen op het gevoelige schermoppervlak geen sterke druk uit.
Vervangen van zekeringen
Wanneer er een zekering vervangen moet worden, moet erop worden gelet dat alleen zekeringen van het
aangegeven type en met de aangegeven nominale stroomsterkte (zie „Technische gegevens") worden
gebruikt.
Het repareren van zekeringen of het overbruggen van de zekeringhouder is niet toegestaan.
• Ontkoppel de monitor van de stroomvoorziening.
• Trek de voertuigzekering uit de zekeringhouder in de rode aansluitleiding.
• Vervang de zekering door een zekering van hetzelfde type.
• Verbind de monitor nu pas weer met het boordnet en neem deze in gebruik.
• Als de zekering opnieuw geactiveerd wordt, breng dan het apparaat voor reparatie naar een reparatie-
dienst.
55