Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Gebruiksaanwijzing Van De Frequentieteller - Conrad MXC-2800 Bedienungsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

Gebruiksaanwijzing voor de
frequentieteller
A Basisinstelling
1. Sluit de netaansluiting aan op de netaansluitingsbus. Let er daarbij beslist op
dat deze goed vast zit. Aansluitend verbindt u de geaarding stekker met een
wandcontact-doos met aarding.
Let op!
De geaarding aansluiting mag noch in het apparaat noch in het
snoer noch in de wandcontactdoos onderbroken worden. Bij een
onderbroken aarding bestaat er levensgevaar!
2. Druk op de AAN-/UIT-schakelaar (4)
3. Als er signaalbronnen met BNC-uitgangen op de functiegenerator aangesloten
moeten worden, wordt in de regel een coaxiale kabel gebruikt voor deze ver-
binding. Deze kabels zijn afgeschermd, d.w.z. de binnenste signaalgeleidende
leiding wordt door een vlechtwerk van koper of vertinde koperaders afge-
schermd tegen storende signalen van buiten. Dit „scherm" is verbonden met
de massa van de voedingsbron resp. van de teller.
Als er signalen van elementen of modules van schakelingen gemeten moeten
worden, gebruikt u hiervoor een coaxkabel, die aan de ene kant voorzien is van
een BNC-stekker, aan de andere kant opengewerkt. De opengewerkte uitein-
den zijn voorzien van krokodilklemmen.
Let op!
De massa-aansluitingen van de teller, de BNC-bussen (1a, b, c, d)
en de stekkerverbinding van de RS-232 interface zijn direct met
de aarding van de netaansluitingsbus resp. van het aangesloten
netsnoer verbonden. Overtuig u ervan, dat de schakelingen waa-
rin/-aan u metingen wilt doen, via een scheidingstrafo galvanisch
van het net gescheiden zijn. Verbind nooit de in-/ uitgangen (BNC)
rechtstreeks met het net, met een chassis waarin spanning voor-
komt of met schakelingen die zonder transformatoren (galvani-
sche scheiding van ingang en uitgang) werken. Let op! Levensge-
vaarlijk! Denk aan de max. ingangsgroottes. Sluit nooit spannin-
gen > 3 Vpp aan op de kanalen A, B en C. Controleer voor iedere
meting alle BNC-bussen op beschadiging of kortsluiting.
70
Als de bronweerstand resp. de leidingscapaciteiten van een directe snoerverbinding
tussen het te meten object en de frequentieteller, vooral bij hoge frequenties, niet
bekend is/zijn, gebruik dan voor de ingangen A en B een 1 : 10 aftastkop met lage
capaciteit. Gebruik daarentegen op kanaal C geen aftastkop, omdat door de relatief
hoge impedantie daarvan de meetwaarding vervalst kan worden.
Een mogelijkheid om bij coax-verbindingen de meetfout bij hoge frequenties zo klein
mogelijk te houden, is de toepassing van een doorgangsweerstand (terminator). De
impedantie van deze weerstand, die direct op de frequentieteller aangesloten wordt,
moet overeenstemmen met de impedantie van de signaalbron resp. van het snoer.
Voorbeeld: uitgangsweerstand van een frequentiegenerator = 50 Ohm
vermogensweerstand van de toegepaste coaxkabel = 50 Ohm
=> weerstandswaarding van de doorgangsweerstand = 50 Ohm
Let op!
Overtuig u ervan, dat de schakeling waarin/-aan u metingen uitvo-
ert, via een transformator galvanisch van het net gescheiden zijn.
Verbind nooit de in-/ uitgangen (BNC) rechtstreeks met het net,
met een chassis waarin spanning voorkomt of met schakelingen
die zonder transformatoren (galvanische scheiding van ingang en
uitgang) werken. Let op! Levensgevaarlijk bij aanraking!
Overschrijd nooit de max. ingangsgroottes, omdat er anders door
beschadiging van de meter voor u een levensgevaarlijke situatie
ontstaat.
B Metingen met de frequentieteller
• Wees bijzonder voorzichtig bij het omgaan met spanningen > 25 V wissel- (AC)
resp. 35 V gelijkspanning (DC). Reeds bij deze spanningen kunt u bij het aanra-
ken van elektrische leidingen een levensgevaarlijke elektrische schok krijgen.
• Controleer voor iedere meting de frequentieteller resp. de meetsnoeren (aftast-
koppen, BNC-kabels) en het netsnoer op beschadiging(en).
• Om een elektrische schok te vermijden, moet u er op letten dat u de punt(en)
van de aftastkoppen resp. de krokodilklemmen bij open BNC-snoeren en
bovendien de te meten aansluitingen (meetpunten) niet, ook niet indirect, aan-
raakt.
B1 Frequentiemeting
De frequentie van een meetsignaal is de keerwaarde van de periodeduur f = 1/T. Voor
een frequentiemeting sluit u een coaxkabel aan op de ingang van de teller (kanaal A
of B of C). Voor een meer precieze aflezing moet u steeds de grootst mogelijke poort-
tijd (gate) gebruiken, vanwege de hoogste resolutie (aantal digitale pos.).
71

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Mxc-1600

Inhaltsverzeichnis