Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

11. Netaansluiting

Het stopcontact waarop de laser wordt aangesloten, moet zich in de buurt van het apparaat
bevinden en makkelijk bereikbaar zijn zodat het apparaat in geval van storingen snel en zonder
gevaren van de netspanning kan worden gescheiden.
Zorg ervoor dat de netkabel niet met andere kabels in aanraking komt.
Wees voorzichtig bij de omgang met netsnoeren en netaansluitingen. Netspanning kan
levensgevaarlijke elektrische schokken veroorzaken.
Laat kabels niet zonder toezicht rondslingeren. Deze dienen op deskundige wijze gelegd te
worden om gevaar voor ongevallen of beschadigingen van de netleiding te voorkomen.
Let voor het verbinden van het netsnoer op dat de aan de laser aangesloten apparaatspanning
met de aanwezige netspanning overeenstemt. Als de gegevens niet overeenkomen met de
beschikbare netspanning, kunt u het apparaat niet aansluiten. Bij een verkeerd ingestelde
voedingsspanning kan het komen tot onherstelbare schade aan het apparaat en tot gevaar voor
de gebruiker.
De sleutelschakelaar (7) moet bij het aansluiten aan het net altijd uitgeschakeld zijn (stand LOCK)
zodat een ongewilde activering van de laserstralen wordt verhinderd.
• Verbind de eurostekker van de netkabel met de netaansluiting (8) van het apparaat.
• Steek de netstekker van het netsnoer in een stopcontact met randaarde.
• De stroomvoorziening van de laser wordt met de netschakelaar (5) in- en uitgeschakeld.
Stand I > stroomvoorziening ingeschakeld
Stand 0 > stroomvoorziening uitgeschakeld.
• Bij ingeschakelde stroomvoorziening licht de indicator POWER (10) aan de voorzijde van het apparaat op.
• Om de laser te activeren en de laserstralen vrij te geven moet aan 2 voorwaarden zijn voldaan:
- veiligheidsvergrendeling gedeactiveerd >> contacten aan aansluiting REMOTE (6) open
- sleutelschakelaar (7) ingeschakeld (stand AAN)
87

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis