AEG WSP 3510 N Gebrauchs- Und Montageanweisung Seite 59

Aanpassing van het vermogen overeenkomstig de nominale oplaadduur
Door het omleggen c.q. verwijderen van bruggen op de aansluitklemmen kan het aansluitvermogen
op de door de nutsbedrijf bepaalde nominale oplaadduur worden aangepast.
Uitvoering van de
warmteaccumulator
Nominale oplaadduur
Aansluitvarianten (kW)
Model
WSP 3510 N
WSP 5010 N
7 h
100 % P
100 % P
Nenn
nom.
(Serienverdrahtung)
(standaard bedrading)
1
3 2 1 L3
N
3/N/PE ~ 50 Hz 400 V
8 h
91,6 % P 91,6 % P
Nenn
nom.
2
3 2 1 L3
N
3/N/PE ~ 50 Hz 400 V
Typeplaatje van het apparaat
De markering op het typeplaatje en het schakelschema in acht nemen!
Na de elektrische aansluiting moet het bij het aansluitvermogen en de nominale oplaadduur van
het apparaat horende vierkantje met een wisbestendige ballpoint worden gemarkeerd.
2.5.3 Apparaat bedrijfsklaar
Het apparaat schoonmaken (afb. 13 en 14)
Het open apparaat moet na het opstellen en de bevestiging van de accumulatorentenen worden
schoongemaakt.
Hiervoor moeten de ventilatoren en het luchtgeleidingscomponent worden gedemonteerd.
Het luchtgeleidingscomponent (16) losschroeven en naar buiten trekken.
De ventilator (18) na het losdraaien (niet volledig uitdraaien) van de voor aan de
bevestigingsbeugels zittende schroeven opttillen en uittrekken (let op de kabels!).
bij enkele apparaten moet hiervoor de temperatuurregelaar – ontlading (19) iclusief de
bevestigingsplaat worden losgeschroefd.
Bij het neerleggen van de gedemonteerde onderdelen moet erop worden gelet dat de draden
niet beschadigd worden .
Bodemplaat en ventilator schoonmaken (de lamellen niet beschadigen!). Daarna de ventilator,
eventueel de temperatuurbegrenzer alsmede het luchtgeleidingscomponent weer monteren
(let er op dat de kabels verlegd worden!).
Het apparaat sluiten (afb. 15 en 16)
De binnenste voorwand met warmte-isolatie iets schuin naar voren gedraaid aan de bovenkant
inhangen en met 2 schroeven aan de onderkant vastschroeven;
De rechter zijwand aan de onderkant inhangen en naar boven Tuimelen, aan de bovenkant
inhangen en met de 2 schroeven (b1 en b2) bevestigen; (zie voor omgekeerde volgorde
2.5.1 – Demontage rechter zijwand afb. 6)
De voorwand aan de bovenkant inhangen, onder tegen het apparaat zwneken en met 12
schroeven bevestigen (hierbij steeds de inwendige schroefdraadgaten gebruiken) (afb. 15);
Luchtafvoerrooster (5) met de beide ¼-draaisluitingen aantrekken (afb. 16).
Bovenkant van het luchtinlaatrooster in de vastzetschroeven op de luchtgeleidingsmodelue
hangen en daarna over de snapveren drukken (afb. 16).
8h (standaard)
7h 8h
Œ 
3,5 3,21
5,0 4,58
9 h
83,3 % P 83,3 % P
3
L2 L1 3 2 1
X1
L1
L3 L2
3/N/PE ~ 50 Hz 400 V
10 h
75 % P 75 % P
4
L2 L1 X1 3 2 1
L3 L2 L1
3/PE ~ 50 Hz 400 V
9h 10h
Ž 
2,91 2,63
4,16 3,75
Nenn
nom.
L3 L2 L1 X1
N L3 L2 L1
Nenn
nom.
L3 L2 L1
X1
L3 L2 L1
Voor de installateur
6h (verwarmingselement)
5h 6h 7h
Œ  Ž
4,9 4,49 4,08
6,5 5,95 5,41
61