Inhaltsverzeichnis
Werbung
2
1
5
1
8 9 :
2
7
3
DEUTSCH
∫ ∫ ∫ ∫ ∫ Funktionsschema der Autofocus-Funktion
1
2
Fokussierlinse
CCD-Bildwandler
3
4
Signalverarbeitung
Mikroprozessor
5
6
Fokussierlinsen-Motor
Bildsignal für die
Aufnahme
7
;
Fokussierlinse
Sucherbildschirm
<
Bildausschnitt, auf welchen die Autofocus-Funktion scharf
einstellt.
Wenn Sie den Camerarecorder auf den aufzunehmenden
Bildgegenstand richten, stellt der Mikroprozessor anhand der
Informationen über die vertikalen Konturen im Bildsignal fest,
ob der Gegenstand in der Bildmitte scharf eingestellt ist. Ist er
nicht optimal scharf, bewegt der Mikroprozessor die
Fokussierlinse schnell in winzigen Schritten aus der
8
:
bisherigen Fokus-Einstellung
oder
, bis die vertikalen
9
Konturen im Bild am schärfsten sind
.
≥Da dieser Camerarecorder automatisch aufgrund der
Informationen über die vertikalen Konturen im Bild scharf
einstellt, ist präzise Scharfeinstellung auf Motive mit
schwachen vertikalen Konturen nicht möglich. (l 104)
≥Anders als das Menschenauge ist das
Scharfeinstellungs-System des Camerarecorders
nicht in der Lage, die Scharfeinstellung ohne jegliche
Verzögerung von einem entfernten auf einen nahen
Bildgegenstand zu ändern.
3
6
4
8
9
:
;
<
NEDERLANDS
∫ ∫ ∫ ∫ ∫ Werkingsschema van de automatische
scherpstelling
1
2
Scherpstellens
CCD-beeldsensor
3
4
Signaalbewerking
Microprocessor
5
6
Motor van de
Beeldsignaal voor
scherpstellens
opname
7
;
Scherpstellens
Zoekerbeeld
<
Gedeelte van het beeld waarop wordt scherpgesteld door
de automatische scherpstelling.
Als u de camerarecorder richt op het onderwerp dat u wilt
opnemen, zal de microprocessor (aan de hand van de
informatie over de verticale contouren in het beeldsignaal dat
door de CCD-beeldsensor wordt ontvangen) bepalen of het
onderwerp in het midden van het beeld juist is scherpgesteld.
Wanneer dit niet optimaal is scherpgesteld, zal deze de
scherpstellingslens vanuit de voorgaande
8
:
scherpstellingspositie
of
in kleine stapjes snel bewegen
totdat de verticale contouren van het onderwerp het scherpst
9
zijn
.
≥Aangezien de werking van de automatische scherpstelling
van deze camerarecorder gebaseerd is op de informatie over
de verticale contouren van het onderwerp, is het niet
mogelijk nauwkeurig scherp te stellen op onderwerpen met
zwakke verticale contouren (l 104).
≥Anders dan het menselijk oog, kan het systeem voor
automatische scherpstelling van deze camerarecorder niet
scherpstellen op een ver verwijderd onderwerp en
vervolgens ogenblikkelijk scherpstellen op een nabij
onderwerp.
148
FRANÇAIS
∫ ∫ ∫ ∫ ∫ Schéma fonctionnel de la fonction mise au point
automatique
1
2
Lentille de mise au
Capteur d'image CCD
point
3
4
Traitement des
Microprocesseur
signaux
5
6
Moteur de la lentille
Signal d'image pour
de mise au point
l'enregistrement
7
;
Lentille de mise
Ecran du viseur
au point
<
Zone d'image dans laquelle la fonction mise au
point automatique règle la mise au point.
Lorsqu'on dirige le caméscope vers le sujet que l'on veut
enregistrer, le microprocesseur détermine (sur la base des
informations concernant les contours verticaux des signaux
d'image reçus par le capteur d'image CCD) si le sujet cadré
au milieu de l'image est correctement mis au point. Si la mise
au point n'est pas parfaite, il déplace rapidement par pas
minuscules la lentille de mise au point du réglage de mise au
8
:
point précédent
ou
jusqu'à ce que les contours
9
verticaux du sujet soient le plus net possible
.
≥Comme ce caméscope règle automatiquement la mise au
point sur la base des informations concernant les contours
verticaux du sujet, il n'est pas possible d'obtenir une mise au
point précise sur les sujets dont les contours verticaux sont
trop faibles (l 105).
≥Contrairement à l'œil humain, le système de mise au point
automatique du caméscope ne peut pas changer
instantanément la mise au point d'un sujet distant à un sujet
proche.
DANSK
∫ ∫ ∫ ∫ ∫ Funktionsdiagram for
autofokuseringsfunktionen
1
2
Fokuseringslinse
CCD billedsensor
3
4
Signalbearbejdning
Mikroprocessor
5
6
Motor til fokuseringslinse
Billedsignal til optagelse
7
;
Fokuseringslinse
Søgerskærm
<
Billedudsnit som autofokuseringsfunktionen stiller skarpt
efter.
Når De retter videokameraet mod det motiv, som De ønsker at
optage, bestemmer mikroprocessoren (baseret på den
information om lodrette konturer i motivet, som billedsignalet
fra CCD billedsensoren indeholder) om motivet i midten af
billedet er i fokus. Hvis det ikke er optimalt fokuseret, bevæger
mikroprocessoren hurtigt fokuseringslinsen fra den foregående
8
:
fokusstilling
eller
i meget små ryk, indtil de lodrette
konturer i motivet fremtræder så skarpt som muligt
≥Da videokameraet automatisk justerer fokus ud fra
information om motivets lodrette konturer kan præcis
fokusering være umulig ved motiver med utydelige lodrette
konturer (l 105).
≥I modsætning til det menneskelige øje kan videokameraets
autofokuseringssystem ikke øjeblikkelig skifte fra at fokusere
på et fjernt til et tætliggende motiv.
149
9
.
Werbung
Inhaltsverzeichnis
