6
Selecteer de functie bij gebruik
van de weergavetimer, of bereid
het USB-apparaat voor bij
gebruik van de opnametimer.
Voor de weergavetimer:
Druk herhaaldelijk op of tot
de gewenste geluidsbron wordt
weergegeven, en druk daarna op
ENTER. Op het display wordt de
instelling van de timer afgebeeld.
Voor de opnametimer:
Bij opnemen op een USB-apparaat,
voert u de stappen 1 t/m 3 uit van
"Een bestand vanaf het USB-apparaat
weergeven" (pag. 77).
7
Druk op om het systeem uit
te schakelen.
Wanneer u de opnametimer instelt,
wordt het systeem 90 seconden vóór
de ingestelde begintijd ingeschakeld.
Wanneer u de weergavetimer instelt,
wordt het systeem 30 seconden vóór
de ingestelde begintijd ingeschakeld.
Bedien het systeem niet vanaf het
moment waarop het systeem wordt
ingeschakeld tot het moment waarop
het weergeven of opnemen begint.
De instelling controleren
1
Druk op TIMER MENU.
"TIMER SEL?" knippert op het display.
2
Druk op ENTER.
3
Druk herhaaldelijk op of
om "PLAY SEL?" of "REC SEL?" te
selecteren.
4
Druk op ENTER.
Wijzigen van de instellingen
Begin opnieuw bij stap 1.
Uitschakelen van de timer
1
Druk op TIMER MENU.
"TIMER SEL?" knippert op het display.
2
Druk op ENTER.
3
Druk herhaaldelijk op of om
"TIMER OFF" te selecteren.
4
Druk op ENTER.
Opmerkingen
Het is mogelijk dat de timers niet goed
werken als een mobiele telefoon van Sony
Ericsson wordt gebruikt.
De weergavetimer en opnametimer zullen
niet in werking treden als het apparaat is
ingeschakeld of als "STANDBY" knippert
op het display. Zorg ervoor dat het systeem
minstens 120 seconden vóór de ingestelde
begintijd is uitgeschakeld.
Het volumeniveau wordt tot op het
minimumniveau verlaagd tijdens de werking
van de opnametimer.
De tracknummers worden automatisch
gemarkeerd wanneer u langer dan 60
minuten opneemt.
Tips
De weergavetimerinstelling blijft
gehandhaafd zolang de instelling niet
handmatig wordt geannuleerd.
De opnametimer wordt automatisch
geannuleerd nadat de opnametimer eenmaal
in werking is getreden.
1
NL