Bij weergave van een DVD-R/-RW in
de VR-modus:
Het aantal audiotracks dat op een disc is
opgenomen, wordt afgebeeld.
Voorbeeld:
1: MAIN: het hoofdgeluid van
audiotrack 1.
1: SUB: het subgeluid van audiotrack 1.
1: MAIN+SUB: het hoofd- en
subgeluid van audiotrack 1.
2: MAIN*: het hoofdgeluid van
audiotrack 2.
2: SUB*: het subgeluid van audiotrack
2.
2: MAIN+SUB*: het hoofd- en
subgeluid van audiotrack 2.
* Deze onderdelen worden niet afgebeeld
wanneer slechts één audiostream
is opgenomen op de disc die wordt
weergegeven.
Bij weergave van een VIDEO CD,
AUDIO CD of MP-bestand:
U kunt het geluid van het linker- of
rechterkanaal kiezen en hiernaar
luisteren door zowel de linker- als
rechterluidsprekers. Bijvoorbeeld,
wanneer u een track weergeeft waarvan
de zang op het rechterkanaal en de
instrumenten op het linkerkanaal
staan, kunt u de instrumenten uit beide
luidsprekers horen door het linkerkanaal
te kiezen.
STEREO: het standaardstereogeluid.
1/L: het geluid van het linkerkanaal
(mono).
2/R: het geluid van het rechterkanaal
(mono).
Bij weergave van een Super VCD:
1: STEREO: het stereogeluid van
geluidsspoor 1.
1: 1/L: het geluid van het linkerkanaal
van geluidsspoor 1 (mono).
1: 2/R: het geluid van het rechterkanaal
van geluidsspoor 1 (mono).
2: STEREO: het stereogeluid van
geluidsspoor 2.
2: 1/L: het geluid van het linkerkanaal
van geluidsspoor 2 (mono).
2: 2/R: het geluid van het rechterkanaal
van geluidsspoor 2 (mono).
Opmerking
Als het systeem een Super VCD weergeeft
waarop geluidsspoor 2 niet is opgenomen,
wordt geen geluid uitgevoerd wanneer u
"2: STEREO", "2: 1/L" of "2: 2/R" selecteert.
Wordt vervolgd
NL