Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 107
Voordat u het apparaat gebruikt (Benaming en functie van de onderdelen)

Display

1
29 28 27 26 25 24 23 22
1. Titelnummer (TITLE 00-99)
Hier wordt het DVD titelnummer aangegeven.
Tijdens MP3-weergave wordt het mapnummer aangegeven.
Deze aanduiding verschijnt niet tijdens CD-weergave.
2. Hoofdstuknummer (CHP 000-999)
Hier wordt het DVD hoofdstuknummer aangegeven.
Tijdens CD/MP3-weergave wordt "CHP" niet getoond.
3. Tracknummer (TRACK 00-99/000-999 (MP3))
Hier wordt het CD of MP3 tracknummer aangegeven.
"TRACK" wordt niet tijdens DVD-weergave getoond.
4. Verboden-indicator ( )
Sommige DVD-discs ondersteunen bepaalde functies niet; als u
probeert om een dergelijke functie te gebruiken, zal deze indicator
ongeveer 2 seconden oplichten.
5. Opnamehoek-indicator ( )
Tijdens DVD-weergave licht dit symbool op om aan te geven dat een
scène met een variabele opnamehoek wordt afgespeeld.
6. Auto-cue indicator (A.CUE)
Deze indicator licht op wanneer de auto-cue functie ingeschakeld is.
De indicator licht niet op in de NORMAL modus.
7. Indicator voor resterende tijd (REMAIN)
Wanneer deze indicator oplicht, wordt de resterende tijd van de track
op het numerieke display aangegeven.
8. SRS indicator (
)
Deze indicator licht op wanneer de TruSurround functie is gekozen.
Deze functie werkt niet in de DJ modus.
9. Disc-indicator (
)
Deze indicator licht op wanneer een CD TEXT of MP3 disctitel wordt
aangegeven.
10. Minuten-aanduiding (000-999 M)
11. Seconden-aanduiding (00-59 S)
12. Frame-aanduiding (00-74 F)
Hier worden de nummers van de audioframes aangegeven. 75 frames
komen overeen met ongeveer 1 seconde normale afspeeltijd. Deze
aanduiding verschijnt niet in de NORMAL modus.
13. Videoframe-aanduiding (00-29 VIDEO F)
Deze aanduiding licht op tijdens DVD-weergave in de DJ modus. 30
frames komen overeen met ongeveer 1 seconde. De videoframe-
aanduiding verschijnt niet tijdens CD-weergave en in de NORMAL modus.
Aangezien dit apparaat de videoframes (1/30 seconde) op basis van
het audioframe (1/75 seconde) beheert, zal bij combinatie van beide
een maximale afwijking van 1 frame optreden.
14. TEMPO indicator
Hier wordt de tempo-variatie aangegeven die optreedt wanneer de
TEMPO schuifregelaar wordt bediend.
15. EJECT LOCK indicator
Deze indicator licht op wanneer de uitwerp/stopfunctie-schakelaar
in de LOCK stand staat. Als de EJECT (0) toets of de STOP toets
wordt ingedrukt terwijl deze indicator oplicht, zal de indicator ongeveer
2 seconden knipperen.
16. Temporegelbereik-aanduiding (±6, ±10, ±16, WIDE)
Hier wordt het regelbereik van de TEMPO schuifregelaar aangegeven
dat is ingesteld met de temporegelbereik-keuzetoets. De aanduiding
licht niet op in de NORMAL modus.
17. Hoofdtempo-indicator (MT)
Deze indicator licht op wanneer de hoofdtempofunctie ingeschakeld is.
De indicator licht niet op in de NORMAL modus.
18. BPM tellerdisplay
Op dit display wordt de maatslag per minuut (BPM) van de spelende
10
Du <DRB1388>
2 3 4 5 6 7 8 9
10
21
11
12
13
14
20 19 18
track aangegeven. Het is mogelijk dat de maatslag van sommige
tracks niet met de automatische BPM teller gemeten kan worden.
Het display licht niet op in de NORMAL modus.
19. Puntraster-display (50x7 punten)
Op dit display worden diverse gegevens getoond, zoals TEXT
gegevens, WAVE gegevens, bedieningsberichten enz. Tijdens CD
TEXT weergave kunnen 72 tekens voor de disctitel en 48 tekens
voor de tracktitel worden aangegeven; voor MP3 kunnen 48 tekens
worden aangegeven (de gegevens schuiven over het display wanneer
er 9 of meer tekens zijn).
Bij weergave van het WAVE display worden de variërende
volumeniveaus van de spelende track aangegeven, waarbij de track
zodanig wordt aangepast dat deze de volledige 50-punts
displaybreedte vult.
Zie "Meldingen op het puntraster-display" op blz. 49 voor
informatie betreffende de bedieningsberichten e.d.
20. Weergavepositie-display
Hier worden de verstreken speelduur en de resterende speelduur
van de huidige track via een staafgrafiek aangegeven zodat deze in
een oogopslag zichtbaar zijn. De lengte van de volledig staaf komt
overeen met de lengte van de volledige track.
¶ De staafgrafiek is uit bij het begin van de track en licht van links
naar rechts op.
¶ De staafgrafiek licht op bij het begin van de track en dooft van
links naar rechts.
¶ Wanneer de resterende speelduur minder wordt dan 30 seconden, zal
de staafgrafiek langzaam gaan knipperen; het knipperen wordt sneller
wanneer de resterende speelduur minder dan 15 seconden wordt.
21. Cue-geheugenindicator (M.CUE)
De cue-geheugenpositie van het gekozen hoofdstuk of track wordt
aangegeven door de indicators onder het weergavepositie-display. Als
er meerdere geheugenpunten binnen hetzelfde blok worden gevonden,
zal er toch maar een indicator oplichten. De indicators lichten niet op
in de NORMAL modus.
22. Loop-geheugenindicator (M.LOOP)
Deze geeft de loop-geheugenpositie voor de gekozen track meteen boven
het weergavepositie-display aan. Als er meerdere geheugenpunten
binnen hetzelfde blok worden gevonden, zal er toch maar een indicator
oplichten. De indicators lichten niet op in de NORMAL modus.
23. RELOOP indicator
Deze indicator licht op als er loop-beginpunten en loop-eindpunten
zijn opgenomen en loop-weergave mogelijk is, en ook tijdens het
uitvoeren van de loop-weergave.
De indicator licht niet op in de NORMAL modus.
24. EMERGENCY LOOP indicator
Deze indicator licht op tijdens gebruik van de nood-loop functie.
De indicator licht niet op in de NORMAL modus.
25. DTS indicator
Deze indicator licht op wanneer DTS-audio is gekozen.
Dit wordt niet ondersteund in de DJ modus.
26. GUI indicator
Deze indicator licht op wanneer het instellingenmenu, beeldafstellingmenu,
discinformatie-menu of een ander beeldschermmenu wordt weergegeven.
27. Dolby Digital indicator (2 D)
Deze indicator licht tijdens afspelen op wanneer Dolby Digital geluid
is gekozen.
28. Disctype-indicator (DVD/CD)
Deze indicator geeft het type disc aan dat wordt afgespeeld.
29. Achterwaarts-indicator (REV)
Deze indicator licht op wanneer de richtingkeuzeschakelaar (DIREC-
TION) op achterwaarts (REV) staat.
De indicator licht niet op in de NORMAL modus.
15
17
16

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis