Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Transporteren; Onverwachte Problemen Oplossen - Honda GXH50 Bedienungsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für GXH50:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

Voorzorgen bij stalling
Als u uw motor stalt met benzine in de brandstoftank en de
carburateur, moet het risico op ontbranding van benzinedamp zoveel
mogelijk worden tegengegaan. Kies een goed geventileerde
stallingruimte, op ruime afstand van apparatuur met open vuur zoals
een fornuis, een waterverwarmer of een kledingdroger. Vermijd ook
een plek met een elektromotor die vonken produceert of waar
elektrisch gereedschap wordt gebruikt.
Kies ook geen stallingruimte die erg vochtig is, want vocht bevordert
roest en corrosie.
Zet de motor horizontaal neer bij het stallen. Door te kantelen kan er
brandstof- of olielekkage ontstaan.
Dek de motor af nadat de motor en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld,
om stof buiten te houden. Een warme motor en uitlaatsysteem kunnen
sommige materialen doen ontbranden of smelten. Gebruik geen plastic
folie om af te dekken tegen stof.
Onder zo'n niet-doorlatende afdekking blijft vocht rondom de motor
achter en verloopt roestvorming en corrosie sneller.
Uit stalling nemen
Controleer uw motor zoals beschreven in de paragraaf
GEBRUIKSCONTROLES VOORAF in deze handleiding (zie pagina
Als u de brandstof heeft afgetapt ter voorbereiding op stalling, vul de
tank dan weer met nieuwe benzine. Als u een benzinevat gebruikt om
bij te tanken, zorg dan dat deze altijd alleen nieuwe benzine bevat. Na
verloop van tijd oxideert benzine en verslechtert de kwaliteit, waardoor
starten wordt bemoeilijkt.
Als de cilinder ter voorbereiding op stalling werd geolied, zal de motor
kort roken bij de eerste start. Dit is normaal.

TRANSPORTEREN

Als de motor heeft gedraaid, laat dan eerst minstens 15 minuten
afkoelen voordat u de motor op het transportvoertuig zet. Een hete
motor en uitlaatsysteem kunnen brandwonden veroorzaken en
materialen doen ontbranden.
Houd de motor horizontaal wanneer u deze vervoert, om de kans op
lekkage van brandstof te verkleinen. Draai de brandstofkraan in de
stand UIT (zie pagina
5
).
12

ONVERWACHTE PROBLEMEN OPLOSSEN

MOTOR WIL NIET STARTEN
Mogelijke oorzaak
Brandstofkraan OFF (UIT).
Zet de choke open.
Motorschakelaar UIT.
Motoroliepeil laag
(Oil Alert stopt de motor).
Geen brandstof.
Slechte brandstof: motor
opgeslagen zonder behandeling/
aftappen van benzine of slechte
benzine getankt.
Bougie defect, vuil, of onjuiste
elektrodenafstand.
Bougie nat door brandstof
(verzopen motor).
3
).
Brandstoffilter verstopt,
carburateur storing, contact
storing, kleppen vast. enz.
MOTOR HEEFT GEEN VERMOGEN
Mogelijke oorzaak
Filterelement verstopt.
Slechte brandstof; motor
opgeslagen zonder brandstof te
behandelen of af te tappen, of
bijgevuld met slechte benzine.
Brandstoffilter verstopt,
carburateur storing, contact
storing, kleppen vast. enz.
NEDERLANDS
Correctie
Zet hendel in stand AAN.
Zet hendel in stand CLOSED
(DICHT) tenzij de motor warm is.
Draai motorschakelaar in stand
ON (AAN).
Vul bij met aanbevolen olie tot
juiste niveau (p.
8
).
7
Tanken (p.
).
Brandstoftank en carburateur
(p. 11).
Bijvullen met nieuwe benzine
(p. 7).
Stel juiste afstand in of vervang
de bougie (p. 9).
Droog en herinstalleer de bougie.
Start motor met gasklephendel in
stand MAX.
Breng de motor naar uw
onderhoudsdealer of raadpleeg
het werkplaatshandboek.
Correctie
Reinig of vervang het
filterelement (p. 9).
Brandstoftank en carburateur
(p. 11).
Bijvullen met nieuwe benzine
(p. 7).
Breng de motor naar uw
onderhoudsdealer of raadpleeg
het werkplaatshandboek.

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis