Korte Gebruiksaanwijzing
Quadrocopter „Shadow" RTF
Bestelnr. 1318310
Het voorbereiden van de quadrocopter
Montage van de propellers
2 paar linksdraaiende propellers (1) en 2 paar rechts-
draaiende propellers (2) worden met de quadrocopter
meegeleverd, waarvan respectievelijk 1 paar als ver-
vanging dient.
Belangrijk!
Let bij de montage van de propellers op de
draairichting. De propellers linksvooraan en
rechtsachter draaien - van bovenaf bekeken -
met de klok mee, en de propellers rechtsvoora-
an en linksachter draaien tegen de wijzers van
de klok.
De pijl in de bovenste helft van de afbeelding toont de
vliegrichting van het model naar voren.
Let op!
De vastmaakmoeren van de propellers linksvooraan en rechtsachter (zie afbeelding 1, stand 3)
hebben een linkse schroefdraad en moeten tegen de gebruikelijke draairichting worden losgemaakt
en weer vastgemaakt.
Gestabiliseerde camerahouder (2 D-Gimbal)
Om een camera van het type GoPro of andere bouwge-
lijke camera's (1) te monteren, moet de spatbordbeugel
(2) worden verwijderd en na het plaatsen van de ca-
mera weer worden vastgemaakt met de twee M2 x 5
schroeven.
Let op! Belangrijk!
Gebruik de camerahouder nooit zonder inge-
bouwde camera.
Doordat het gewicht van de camera ontbreekt,
is de houder niet gebalanceerd, waardoor de
regelelektronica overbelast raakt en bescha-
digd kan worden.
Het opladen van de vliegaccu
De 3-cellige vliegaccu wordt met behulp van de mee-
geleverde voedingsadapter (1) en de Balancer-oplader
(2) opgeladen.
Sluit eerst de laagspanningsstekker van de voedings-
adapter (3) aan de linkerkant van de Balancer-oplader
aan.
Nadat u de voedingsadapter in een stopcontact heeft
aangesloten, brandt het rode lampje van de voedings-
spanning aan de Balancer-oplader (4) en toont u de
juiste stroomvoorziening.
Aan de rechterkant van de Balancer-oplader bevinden
zich twee accu-oplaadbussen.
De tegen ompoling beveiligde stekker (5) van de 4-polige accukabel (Balancer-aansluitkabel) wordt aan
de onderste laadbus (6) aangesloten. Zodra de accu is aangesloten, begint het opladen en het groene
oplaadlampje (7) begint te knipperen. Wanneer het opladen voltooid is, brandt het groene oplaadlampje
permanent.
Ingebruikname van de zender
Plaatsen van de batterijen
Het batterijvakdeksel (1) bevindt zich aan de achterzijde
van de zender. Druk op het gegroefde vlak (2) en schuif
het deksel naar beneden eraf.
www.conrad.com
Let bij het plaatsen van de 4 batterijen op de juiste pola-
riteit van de cellen. Een vermelding hiervan (3) bevindt
Versie 05/15
zich aan de onderkant van het batterijvak.
Ingebruikname van de quadrocopter
Plaatsen van de vliegaccu in de accubak
Afbeelding 1
De quadrocopter beschikt over een accubak die de vliegaccu opneemt en van achteren in de quadrocopter
wordt ingeschoven. Om de accubak te ontgrendelen, drukt u op het gegroefde vlak boven de display (zie pijl
in afbeelding 6) en trekt u de bak naar achteren eruit.
Plaats de vliegaccu (1) in de accubak. Met behulp van de
klittenbanden (2) wordt de accu in zijn positie gefixeerd.
Verbind daarna de vierpolige Balancer-aansluiting van
de accu (3) met de aansluitkabel van de spanningsaan-
duiding (4) van de accubak.
De spanningsaanduiding brengt via een ingebouwde
signaalgever drie tonen in snelle opeenvolging uit en
toont daarna het aantal gedetecteerde cellen, de totale
spanning.
Berg het Balancer-kabel op overeenkomstig ondersta-
ande afbeelding (7).
Bij een accuspanning van 10,8 V moet de quadrocopter
Afbeelding 2
worden geland. Daalt de spanning verder, dan brengen
de spanningsaanduiding in de quadrocopter en de af-
standsbedieningszender waarschuwingssignalen uit.
De quadrocopter moet worden geland en de vliegaccu
moet weer worden opgeladen.
Direct na de landing moeten de tweepolige
XT60-stekker (zie afbeelding 8 en pos. 1) en de
vierpolige balancer-aansluiting van de accu's (3)
weer worden losgekoppeld, om een volledige
ontlading van de accu's te voorkomen.
Plaatsen van de vliegaccu in de quadrocopter
Schakel eerst de afstandsbedieningszender in.
Afbeelding 3
Voordat u de vliegaccu in de quadrocopter plaatst, sluit de spanningsaanduiding van de accubak aan de
vliegaccu aan. De spanningswaarde moet bij een volledig opgeladen accu 12,6 V bedragen.
Daarna verbindt u de tegen ompoling beveiligde XT60-connector van de vliegaccu (zie afbeelding 8, stand
1) met de aansluitstekker van de quadrocopter (zie afbeelding 8, stand 2).
Schuif nu de accubak met de aansluitkabel vooruit in de quadrocopter en zorg ervoor dat de kabel daarbij
niet wordt afgekneld.
Afbeelding 4
Afbeelding 5
Afbeelding 6
Afbeelding 7
Afbeelding 8