Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Conrad VC-609 Bedienungsanleitung Seite 34

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Stromzange um den stromführenden Leiter (Stromschiene oder
isolierter Einzelleiter), der gemessen werden soll. Der Leiter (Pha-
se "L" oder Nulleiter "N") sollte sich relativ lose in der Zangenöff-
nung befinden, um einen sicheren Kontakt der beiden Zangen-
hälften sicherzustellen.
5. Verbinden Sie nun die beiden Meßleitungen mit dem Nulleiter "N"
(schwarze Meßklemme) und der Phase "L1" (rote Meßklemme)
des Meßobjektes (Last, Verbraucher, Schaltung usw.) und lesen
Sie die gemessene Leistung ab.
Achtung!
- Leistungsmessungen dürfen nur in Stromkreisen mit max.
600 VACrms durchgeführt werden.
- Das Meßgerät, die Stromzange VC-609, ist für Messungen in
einphasigen Systemen geeignet. Für Messungen in dreiphasi-
gen Systemen ist der optional erhältliche Adapter erforderlich.
- Beschädigte (abgewetzt, eingerissen, geknickt, ....) Meßlei-
tungen müssen unbedingt gegen neue unversehrte Meßlei-
tungen ausgetauscht werden.
E Messung des Leistungsfaktors "Cos Phi"
Die Messung ist vom Meßaufbau und dem Anschluß der Leistungs-
messung vergleichbar. Beachten Sie daher zum Anschluß der
Stromzange die Punkte 1 bis 5 unter "D Leistungsmessung" mit
dem Unterschied, daß hier der obere Halbtaster "Cos phi" betätigt
werden muß.
Lesen Sie die Anzeige ab. Bei einem "cos phi" kleiner als 0,3 kommt
die Überlauf/Überlastanzeige "OFL". Die Anzeige "I.nEF" bedeutet
soviel wie "uneffektiv. Diese Anzeige ist beispielsweise bei nicht
angeschlossenen (oder eventuell unterbrochenen) Meßleitungen zu
sehen.
Die Symbole "Ind" (für Induktiv) und "Kap" (für kapazitiv) werden je
nach Phasenlage im unteren Teil der Anzeige sichtbar.
20
- Stromen groter dan 2000 Apeak wisselstroom kunnen de stroom-
tang beschadigen. Er moet op gelet worden, dat tijdens het
meten uitsluitend één (1) geïsoleerde leiding (max. doorsnede 57
mm) omsloten wordt. Een meting om een meeraderige kabel
(enkelfasig) is niet mogelijk.
Worden daarentegen twee of meerdere geïsoleerde leidingen
(totaaldoorsnede max. 57 mm) van een meerfasig systeem
omsloten, zo komt de afgelezen waarde overeen met de vectorië-
le som van de enkele stromen.
- Gebruik de meettang niet in ruimten of bij ongunstige omgevings-
condities waarin/waarbij brandbare gassen, dampen of stoffen
aanwezig (kunnen) zijn. U dient om veiligheidsredenen in ieder
geval te vermijden dat de stroomtang en/of de meetdraden voch-
tig of nat worden. Vermijd het gebruik in de directe nabijheid van
a) krachtige magnetische velden (door luidsprekers, magneten)
b) elektromagnetische velden (door transformatoren, motoren,
spoelen, relais, beveiligingen, elektromagneten, enz.)
c) elektrostatische velden (door op/ontladingen)
d) zendantennes of HF-generatoren
- Gebruik de stroomtang nooit kort voor, tijdens of kort na een
onweersbui (blikseminslag! / energierijke overspanningen!). Let
erop, dat uw handen, schoenen, kleding, de grond, de stroom-
tang resp. de meetdraden, schakelingen en schakelonderdelen,
enz. absoluut droog zijn.
- Wanneer kan worden aangenomen dat een veilig gebruik van de
stroomtang niet meer mogelijk is, dient u het toestel buiten wer-
king te stellen en tegen onopzettelijk gebruik te beveiligen.
Er mag worden aangenomen, dat een veilig gebruik van de
stroomtang niet meer mogelijk is indien
- er beschadigingen aan het apparaat zichtbaar zijn,
- het apparaat niet meer functioneert en
- na lange opslag onder ongunstige omstandigheden of
- na zware transportbelastingen.
85

Werbung

Inhaltsverzeichnis

Fehlerbehebung

loading

Inhaltsverzeichnis