Inhaltsverzeichnis
Werbung
- Trennen Sie die verbrauchte Batterie vom Anschlußclip und
- ersetzen Sie die Batterie durch eine Unverbrauchte gleichen
Typs.
- Achten Sie auf die richtige Polung (+ und -)
- Nach erfolgtem Batteriewechsel verschließen Sie das Meß-
gerätegehäuse wieder sorgfältig
- Achten Sie darauf, daß beim Verschließen die Leitungen des
Anschlußclips (rot und schwarz) nicht gequetscht werden.
Achtung!
Betreiben Sie das Meßgerät auf keinen Fall im geöffneten
Zustand. !Lebensgefahr!
Lassen Sie keine verbrauchten Batterien im Meßgerät, da
selbst auslaufgeschützte Batterien korrodieren können und
dadurch Chemikalien freigesetzt werden können, welche Ihrer
Gesundheit schaden bzw. das Batteriefach zerstören.
Verbrauchte Batterien sind als Sondermüll zu betrachten und
müssen daher umweltgerecht entsorgt werden. Hierfür gibt es
bei den Fachhändlern bzw. in den Wertstoffhöfen spezielle
Sammelbehälter.
B Inbetriebnahme
Einstellelement "ON OFF" - Taster
Über den Wipptaster "ON OFF" wird das Meßgerät sowohl einge-
schaltet, als auch ausgeschaltet (OFF). Mit der Auto-Power-Off-
Funktion schaltet sich das Meßgerät nach ca. 20 Minuten Nichtge-
brauch selbsttätig ab.
Achtung!
Überschreiten Sie niemals die max. Eingangsgrößen, da sonst
durch Beschädigung des Meßgerätes für Sie Lebensgefahr
besteht.
14
weergegeven. Dit "fenomeen" is normaal en verdwijnt zodra u
uw meting uitvoert.
C Meting van wisselstroom (True rms)
Voor de meting van wisselstromen gaat u als volgt te werk:
Koppel eventueel aangesloten meetdraden los. Schakel de stroom-
tang in en druk op de onderste helft van de wiptoets "RANGE". De
meettang wordt nu op wisselstroommeting ingesteld. U mag in
geen geval meer dan een geïsoleerde draad in een enkelfasig sys-
teem of meerdere geïsoleerde draden van een meerfasig systeem
omsluiten.
Neem hiervoor de veiligheidsbepalingen nauwgezet in acht.
Opgepast!
Onder aan de "tang" bevindt zich een handbescherming
bestaande uit een kunststofverdikking. Grijp tijdens het meten
en tijdens het omsluiten van geleiders of een stroomrail nooit
naast de handbescherming -- LEVENSGEVAAR!
Bovendien kan bij ongunstige omstandigheden een lichtboog
ontstaan. Neem om veiligheidsredenen de veiligheidsbepalin-
gen nauwgezet in acht.
De draad/draden moet u in het stroomsensorbereik ("tangopening")
los kunnen bewegen. Let tijdens het aflezen erop, dat de draden
zich zo centraal mogelijk (in het midden van de opening) bevinden.
Opgepast!
Meet geen stromen in stroomkringen waarin spanningen groter
dan 600 VACrms kunnen optreden daar hierdoor de meettang
beschadigd kan raken en een levensgevaarlijke situatie kan
ontstaan. U mag in geen geval stromen boven 700 Arms resp.
1000 Apeak meten (rms voor de effectieve en peak voor de
piekwaarde).
91
Werbung
Inhaltsverzeichnis
Fehlerbehebung
