5 . Zwenk de motor naar beneden en
oefen matige druk uit om naar voren te
zagen – nooit naar achteren .
Invalzaagsneden
1 . Bij het maken van een "invalsnede"
die niet in een rechte hoek wordt
gemaakt, moet de bodemplaat van de
zaag tegen zijwaarts bewegen worden
vastgezet . Als u het zaagblad zijwaarts
beweegt, kan het vastlopen en leiden
tot een terugslag .
2 . Stel de gewenste invaldiepte in
(zie "De snedediepte instellen
(invaldiepte)") .
3 . Plaats het product op het werkstuk .
4 . Voorkom terugslag en plaats de
achterste rand tegen een aanslag . (zie
"Insteekzagen met geleiderail") .
5 . Schakel het product uit (zie "In- en
uitschakelen") .
6 . Houd het product met beide handen
aan de handgrepen
zwenk het .
TIP
De markering van de
u
snedebreedte
16 ]
[
de beschermkap toont het voorste
en achterste snedepunt van een
165 mm zaagblad bij de maximale
snedediepte . Dit geldt zowel voor
invalsneden met geleiderail
voor invalsneden zonder geleiderail .
Zagen (met geleiderail)
Haaks zagen met een geleiderail
1 . Plaats de geleiderail
schuimrubberen elementen op het
werkstuk .
2 . Plaats het product met de groef
de geleiderail
21 ]
[
3 . Schakel het product uit (zie "In- en
uitschakelen") .
56 NL/BE
vast en
3 ]
[
15 ]
[
aan de zijkant van
als
21 ]
[
met de
21 ]
[
op
20 ]
[
.
4 . Houd het product met beide handen
vast aan de handgrepen
zwenk het .
Verstekzaagsneden tot 45°
1 . Plaats de geleiderail
schuimrubberen elementen op het
werkstuk .
2 . Plaats het product met de groef
de geleiderail
[
21 ]
3 . Stel de snedehoek in (zie "Snedehoek
instellen (verstekhoek)") .
4 . Houd het product met beide handen
vast aan de handgrepen
5 . Schakel het product uit (zie "In- en
uitschakelen") .
6 . Plaats het product met het voorste
deel van de zaagtafel
werkstuk .
7 . Zwenk de motor naar beneden en
oefen matige druk uit om naar voren te
zagen – nooit naar achteren .
Insteekzagen met geleiderail
1 . Plaats de geleiderail
schuimrubberen elementen op het
werkstuk .
2 . Plaats het product met de groef
de geleiderail
[
21 ]
3 . Stel de gewenste invaldiepte in
(zie "De snedediepte instellen
(invaldiepte)") .
4 . Plaats de achterste rand (zo ver
mogelijk) tegen een aanslag .
5 . Schakel het product uit (zie "In- en
uitschakelen") .
6 . Houd het product met beide handen
vast aan de handgrepen
zwenk het .
en
[
3 ]
[
15 ]
met de
[
21 ]
op
20 ]
[
.
.
3 ]
[
[
15 ]
op het
9 ]
[
met de
[
21 ]
op
20 ]
[
.
en
[
3 ]
15 ]
[