werken en niet klemmen en of
er geen onderdelen gebroken of
zodanig beschadigd zijn dat ze
de werking van het elektrische
apparaat nadelig beïnvloeden.
Laat beschadigde onderdelen vóór
het gebruik van het elektrische
apparaat repareren. Veel ongelukken
worden veroorzaakt door slecht
onderhouden elektrische apparaten .
6)
Houd snijwerktuigen scherp en
schoon. Met zorg onderhouden
snijwerktuigen lopen minder vaak vast
en zijn gemakkelijker te sturen als de
snijvlakken scherp zijn .
7)
Gebruik het elektrische apparaat,
accessoires, de inzetgereedschap
enz. overeenkomstig deze
aanwijzingen. Houd daarbij rekening
met de arbeidsomstandigheden en de
werkzaamheden die moeten worden
verricht . Gebruik van elektrische
apparaten voor andere dan de
bestemde doeleinden kan gevaarlijke
situaties veroorzaken .
8)
Zorg ervoor dat de handgrepen
en greepvlakken droog, schoon
en olie-en vetvrij blijven. Gladde
grepen en greepvlakken maken
veilige bediening en controle van het
elektrische apparaat in onvoorziene
omstandigheden onmogelijk .
Service
1)
Laat uw elektrische apparaat alleen
door gekwalificeerde vakmensen
en uitsluitend met originele
reserveonderdelen repareren.
Daarmee wordt verzekerd dat de
veiligheid van het elektrische apparaat
behouden blijft .
48 NL/BE
Veiligheidsinstructies voor
alle zagen
Zaagproces
1)
GEVAAR! Houd uw handen
uit de buurt van het
zaaggebied en het
zaagblad. Houd de extra hulpgreep of
de motorbehuizing met uw tweede
hand vast . Als beide handen de zaag
vasthouden, kunnen zij niet worden
verwond door het zaagblad .
2)
Grijp niet onder het werkstuk. De
beschermkap kan u niet beschermen
tegen het zaagblad onder het
werkstuk .
3)
Pas de snedediepte aan de dikte
van het werkstuk aan. Er moet
minder dan een volledige tandhoogte
zichtbaar zijn onder het werkstuk .
4)
Houd het te zagen werkstuk nooit
in uw hand of over uw been. Zet
het werkstuk op een stabiele
houder vast. Het is belangrijk
om het werkstuk stevig op zijn
plaats te houden om het risico van
lichaamscontact, vastlopen van het
zaagblad of verlies van controle te
minimaliseren .
5)
Houd het elektrische apparaat
alleen bij de geïsoleerde
greepvlakken vast bij
werkzaamheden waarbij het
inzetgereedschap verborgen
stroomkabels of de eigen
aansluitsnoer kan raken. Contact
met een onder spanning staande
draad zet ook de metalen delen van
het elektrisch apparaat onder stroom
en veroorzaakt een elektrische schok .
6)
Gebruik altijd een aanslag of een
richtliniaal als u in de lengte zaagt.
Dit verbetert de nauwkeurigheid van
de zaag en vermindert de kans op
vastlopen van het zaagblad .