Controleer de elektrische aansluitkabels regelmatig op
schade. Let erop dat bij het controleren het netsnoer niet
op het stroomnet is aangesloten.
Elektrische aansluitkabels moeten aan de relevante VDE-
en DIN-voorschriften voldoen. Gebruik uitsluitend aansl-
uitkabels met dezelfde aanduiding H05RN-F.
Op de aansluitkabel moet de type-aanduiding vermeld
staan.
Veiligheidsvoorschriften voor het vervangen van
beschadigde of defecte netsnoeren
Aansluittype X
Als het netsnoer van dit product beschadigd is, moet dit
worden vervangen door een speciaal uitgevoerd netsnoer,
dat verkrijgbaar is bij de fabrikant of diens klantenservice.
11.2
Wisselstroommotor
• De netspanning moet 230V~ zijn.
• Verlengsnoeren moeten tot een lengte van 25 m een
doorsnede hebben van 1,5 vierkante millimeter.
12 Transport
1. Om het product te transporteren koppel het eerst los
van het stopcontact en zet het vervolgens op de be-
stemde plaats.
2. Om beschadigingen en letsel te vermijden, moet het
product tijdens het transport in voertuigen worden be-
veiligd tegen omvallen en wegglijden.
3. Bescherm het product tegen stoten, schokken en ster-
ke trillingen, bijv. tijdens transport in voertuigen.
13 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING
Trek altijd de voedingsstekker uit het stop-
contact voordat u instellings-, onderhouds-
of reparatiewerkzaamheden uitvoert!
13.1
Reiniging
• Zorg dat de veiligheidsinrichtingen, de ventilatiesleu-
ven en de motorbehuizing zo stof- en vuilvrij mogelijk
zijn. Wrijf het product met een schone doek* af en
blaas deze met perslucht* bij lage druk uit. Wij advise-
ren u, om het product direct na elk gebruik te reinigen.
• Dompel het product om te reinigen nooit onder in wa-
ter of andere vloeistoffen.
• Het product moet altijd schoon, droog en vrij van olie
of smeervet zijn. Verwijder alle stof na elk gebruik en
voor het bewaren.
• Gebruik geen chemische, alkalische, schurende of an-
dere agressieve reinigings- of ontsmettingsmiddelen
om het product te reinigen, aangezien deze de opper-
vlakken kunnen beschadigen.
13.1.1
Reinig het keermes (afb. 1)
1. Zorg ervoor dat de keermessen (12) vrij zijn van res-
ten.
Dit kan de snij-eigenschappen van de keermessen
aantasten.
Verwijder indien nodig de resten met een beitel*.
* = niet altijd meegeleverd!
46 | NL
13.2
Onderhoud
13.2.1
1. Leg het product op zijn kant.
2. Houd de borgknop (9) ingedrukt om de meskop (10)
te vergrendelen.
3. Open de bevestigingsschroeven (12a) van de keer-
messen (12) met de inbussleutel (B).
4. Verwijder het keermes (12) en draai of vervang het.
De afzonderlijke bladen zijn genummerd voor een be-
tere oriëntatie.
5. Zorg ervoor dat alle bevestigingsschroeven (12a)
weer vastgedraaid zijn.
13.2.2
1. Plaats het product op een vlakke ondergrond met de
meskop (10) naar beneden gericht.
2. Open de veiligheidsafdekkingen (8).
3. Houd de borgknop (9) ingedrukt om de meskop (10)
te vergrendelen.
4. Open de bevestigingsschroeven (12a) van de keer-
messen (12) met de inbussleutel (B).
5. Verwijder het keermes (12) en draai of vervang het.
De afzonderlijke bladen zijn genummerd voor een be-
tere oriëntatie.
6. Zorg ervoor dat alle bevestigingsschroeven (12a)
weer vastgedraaid zijn.
14 Opslag
Bewaar het product en de bijbehorende accessoires op
een donkere, droge en vorstvrije en voor kinderen ontoe-
gankelijke plaats.
De optimale bewaartemperatuur ligt tussen 5 °C en 30 ˚C.
Bewaar het product in de originele verpakking.
Dek het product af om het te beschermen tegen stof of
vocht. Bewaar de gebruikshandleiding bij het product.
15 Reparatie & bestellen van
reserveonderdelen
Na reparatie of onderhoud controleren of alle veiligheids-
technische delen zijn bevestigd en in optimale toestand
zijn. Delen, waarbij er gevaar voor verwonding voor ande-
re personen en kinderen bestaat, ontoegankelijk bewa-
ren.
LET OP
Conform de wetgeving voor productgaranties wordt er
geen garantie geboden voor schade die ontstaan is
door incorrecte reparaties of door het niet gebruiken
van originele reserveonderdelen.
Neem contact op met een servicecentrum of een erken-
de specialist. Overeenkomstig geldt dit ook voor acces-
soires.
Aansluitingen en reparaties
Aansluitingen en reparaties van de elektrische apparatuur
mogen uitsluitend door een elektromonteur worden uitge-
voerd.
www.scheppach.com
Draai en vervang de onderste
keermessen (12) (afb. 1, 4)
Draai en vervang de keermessen (12)
aan de zijkant (afb. 1, 4+5)