86
PHARA-O MINI
Bediening
PHARA-O MINI
(NL) Stap 2: Bediening
• Drie VCO's, die kunnen worden
gebruikt in unisono of parafonisch,
op basis van het klassieke ontwerp
van de 700‑serie uit de jaren'70.
• Uniek resonant 12 dB/octaaffilter.
• LFO met zaagtand‑, driehoek‑ of
blokgolfvormen voor pitch‑,
amplitude‑ en filtermodulatie.
• Tien 16‑stepsequences, met
freestyle‑optie voor niet‑
gekwantiseerde nootuitbreiding.
• Motion sequencer voor
besturingsautomatisering.
• Ingebouwde delay met regelbare
feedback, tijd en de mix tussen wet/
dry (droog/effect)signaal.
1.
POWER BUTTON
2.
USB-C PORT – gebruik deze
poort om de PHARA‑O MINI met
een geschikte USB‑voedingsbron
van stroom te voorzien, de
firmware eventueel bij te werken
en de PHARA‑O MINI via USB C
te bedienen.
3.
FUNCTION BUTTON – gebruik
deze knop om toegang te krijgen
tot de alternatieve functies van
andere knoppen, toetsen en
menuopties.
4.
TEMPO – gebruik deze regelaar
om het tempo van de sequencer
aan te passen van 10 bpm tot
600 bpm, afhankelijk van de
menu‑Instellingen. De interne
LED knippert om het
geselecteerde tempo aan te
geven. Tempo‑instellingen
kunnen worden aangepast in het
relevante menu.
VOLUME – gebruik deze regelaar
5.
om het uitgangsniveau van de
hoofdtelefoonaansluiting (6)
in te stellen.
HEADPHONE SOCKET – gebruik
6.
deze 3,5 mm jackaansluiting
om de PHARA‑O MINI met een
geschikte hoofdtelefoon te
beluisteren. Niet geschikt om
aan te sluiten op gebalanceerde
lijnniveau‑ingangen van
mengtafels.
7.
SYNC IN – gebruik deze
aansluiting om de sequencer
van de PHARA‑O MINI met een
externe analoge syncbron te
synchroniseren.
SYNC OUT – gebruik deze
8.
aansluiting om externe analoge
apparatuur met het tempo (4)
van de PHARA‑O MINI
te synchroniseren.
MIDI IN – gebruik deze ingang
9.
om de PHARA‑O MINI via DIN
MIDI te besturen.
10.
SCALE– gebruik deze regelaar
om de toonhoogte van de
PHARA‑O MINI in te stellen van
32' t/m 1'.
11.
PORTA – gebruik deze regelaar
om de hoeveelheid portamento
in te stellen.
12.
DETUNE – gebruik deze regelaar
om de VCO's ten opzichte van de
mastertuning te verstemmen voor
een vetter geluid. Op nul vindt er
geen verstemming plaats.
13.
ENV MOD – gebruik deze
regelaar om de hoeveelheid
modulatie van de
envelopegenerator op de VCO's
aan te passen.
14.
RES(ONANCE) – gebruik deze
regelaar om de resonantie
van het VCF in te stellen, die
de frequenties rond de cutoff
Quick Start Guide
benadrukt. Op hoge niveaus
zal het VCF zelf oscilleren.
De resonantieregelaar kan
niet worden gebruikt bij het
opnemen van motion control‑
opname en heeft geen interne
LED in tegenstelling tot de
andere regelaars.
15.
CUTOFF – gebruik deze regelaar
om de cutoff‑frequentie van het
VCF in te stellen.
ENV MOD – gebruik deze
16.
regelaar om envelopemodulatie
op het VCF toe te passen.
17.
MODE – gebruik deze regelaar om
de modus van de PHARA‑O MINI
in te stellen: polyfoon, unisono,
octaaf, kwint [5th], ringmodulatie
of polyfone ringmodulatie.
18.
VCO MOD – gebruik deze
regelaar om LFO‑modulatie op de
VCO's toe te passen.
19.
RATE – gebruik deze regelaar
om de snelheid van de LFO in te
stellen van 0,3 Hz tot 90 Hz.
20. VCF MOD – gebruik deze
regelaar om LFO‑modulatie op
het VCF toe te passen.
87