72
JT MINI
6. HEADPHONE SOCKET – Gebruik
deze 3,5 mm-jackaansluiting om
de JT MINI met een geschikte
hoofdtelefoon te beluisteren.
Niet geschikt om aan te sluiten
op gebalanceerde lijnniveau-
ingangen van mengtafels.
7.
SYNC IN – Gebruik deze ingang
om de sequencer en arpeggiator
van de JT MINI met een externe
analoge synchronisatiebron te
synchroniseren.
8. SYNC OUT – Met deze aansluiting
synchroniseert u externe analoge
apparatuur met het tempo van de
JT MINI (4).
9.
MIDI IN – Gebruik deze ingang
om de JT MINI via DIN MIDI
te besturen.
10. MODE SELECT – Gebruik deze
schakelaar om de JT MINI-modus
in te stellen: Polyfoon, Unisono,
Arp Up, Arp Down, Arp Up & Down,
Arp Random.
11. SCALE – Gebruik deze optie om
het toonbereik van de JT MINI in te
stellen op 32' t/m 1'.
12. LFO RATE – Gebruik deze regelaar
om de snelheid van de LFO in te
stellen van 0,05 Hz tot 40 Hz.
13. LFO DELAY TIME – Gebruik deze
regelaar om een vertraging in te
stellen, waarna de LFO zijn invloed
gaat uitoefenen, variërend van
0 sec. tot 10 sec.
14. PITCH MOD – Gebruik deze
regelaar om toonhoogtemodulatie
op de VCO's toe te passen voor
vibrato-effecten.
15. DETUNE – Gebruik deze optie
om de VCO's te ontstemmen ten
opzichte van de mastertuning
om een dikkere klank te krijgen.
Op stand nul vindt er geen
ontstemming plaats.
16. PWM MOD – Gebruik deze optie
om pulsbreedtemodulatie van de
LFO toe te voegen bij het gebruik
van een VCO met pulsgolf.
17. WAVEFORM SELECT – Gebruik
deze schakelaar om de golfvorm
van de VCO's te selecteren:
driehoek, ramp, puls of blok.
18. CUTOFF – Gebruik deze regelaar
om de cutoff-frequentie van het
VCF in te stellen.
19. RES(ONANCE) – Gebruik deze
regelaar om de resonantie van het
VCF in te stellen, die de frequenties
rond de cutoff benadrukt. Op hoge
niveaus zal het VCF zelf oscilleren.
De resonanceregelaar kan niet
worden gebruikt bij opname van
knopbewegingen en heeft geen
interne LED, in tegenstelling tot de
andere regelaars.
20. LFO MOD – Gebruik deze regelaar
om LFO-modulatie aan het VCF toe
te voegen.
21. ENV MOD – Gebruik deze regelaar
om envelopemodulatie op het VCF
toe te passen.
22. A (TTACK) – Gebruik deze
regelaar om de attacktijd van
de envelope in te stellen (van 1
ms tot 5 s) terwijl u een toets
ingedrukt houdt.
23. D (ECAY) – Gebruik deze
regelaar om de vervaltijd
van de envelope in te stellen
(van 4 ms tot 35 s) terwijl u een
toets ingedrukt houdt.
24. S(USTAIN) – Gebruik deze
regelaar om het sustainniveau
van de envelope na de decay
in te stellen, totdat de toets
wordt losgelaten.
25. R (ELEASE) – Gebruik deze
regelaar om de releasetijd van de
envelope in te stellen (van 4 ms tot
20 s) zodra de toets is losgelaten.
Quick Start Guide
26. MEMORY/WRITE – Houd deze
knop ingedrukt om een nieuw
sequencegeheugen te selecteren,
samen met de toetsen 29 - 38;
of met FUNC (3) om de sequence
te schrijven.
27. RECORD/ERASE – Gebruik deze
toets om de sequencer-opname in
te stellen; of met FUNC (3) om de
huidige sequence te wissen. Als de
sequence niet wordt opgeslagen,
dan zal de buffer worden gewist.
De sequencer moet lopen om
te wissen.
28. PLAY/ACTIVE – Gebruik deze toets
om de geselecteerde sequence
af te spelen; of met FUNC (3) om
actieve stappen uit de sequence
te wissen. De actieve stappen
worden aangegeven door de LEDs
in de toetsen op het keyboard.
29. CLEAR ACTIVE STEP – Gebruik
deze toets om de actieve
stapselectie met knop 28
ongedaan te maken en de
sequence in de oorspronkelijke
vorm terug te brengen.
Wordt ook gebruikt om geheugen
1 te selecteren.
73