- bij beslagwerk aan de uiteinden en bij spanelementen: vervormingen, scheuren, duidelijk
zichtbare slijtage en roest. Alléén sjorbanden met een identificatie-etiket mogen
gerepareerd worden. Bij toevallig contact met chemicaliën moet de sjorband buiten
gebruik genomen worden en dient u de fabrikant of leverancier om advies te vragen.
10. U dient er altijd op te letten dat de sjorband niet beschadigd wordt door de kanten
van de lading waaraan hij wordt bevestigd. Het is raadzaam om regelmatig een
visuele controle uit te voeren.
11. Gebruik alléén sjorbanden die over een goed leesbaar etiket met kenmerking beschikken.
12. Sjorbanden mogen niet worden overbelast: de maximale handkracht van 250 N
(25 daN op etiket; 1 daN ≈ 1 kg) mag maar met één hand worden uitgeoefend.
Het is niet toegestaan, mechanische hulpmiddelen zoals stangen, hefbomen enz. te
gebruiken, tenzij deze deel uitmaken van het spanelement.
13. Sjorbanden met knopen mogen niet worden gebruikt.
14. Voorkom schade aan de etiketten door deze van ladingkanten en zo mogelijk van
de lading verwijderd te houden.
15. Sjorbanden moeten door middel van beschermhoezen en / of randbeschermers tegen wrijving
en slijtage evenals tegen schade door ladingen met scherpe randen beschermd worden.
Bediening
Q
Neersjorren:
de lading wordt door middel van sjormiddelen op het laadoppervlak geperst (zie afb. I).
Diagonaalsjorren:
NL/BE
39