Nederlands
16 Onderhoud
16.1
Onderhoudsintervallen
Onderhoudsintervallen zijn afhankelijk van de
omgevings- en werkomstandigheden. STIHL
adviseert de volgende onderhoudsintervallen:
na elke vijfde verwisseling van de walsen
► Laat de bevestigingsbouten van de wals door
een STIHL dealer vervangen.
Jaarlijks
► Laat de verticuteermachine door een STIHL
dealer onderhouden.
De actuele adressen van de dealers zijn bij de
desbetreffende STIHL landvertegenwoordiger
www.stihl.com te vinden.
16.2
Wals demonteren en monteren
16.2.1
Wals demonteren
► Schakel de verticuteermachine uit en trek de
koppeling van de verlengkabel van de stekker
van de verticuteermachine los.
► Zet de verticuteermachine rechtop.
1
1
► Draai de bouten (1) eruit.
18 Storingen opheffen
18.1
Storingen in de verticuteermachine verhelpen
Storing
De verticuteerma‐
chine gaat bij het
inschakelen niet aan.
202
2
3
Oorzaak
De stekker of de koppeling van de ver‐
lengkabel is niet ingestoken.
De kabelbeveiligingsschakelaar (zeke‐
ring) of de aardlekschakelaar is geacti‐
veerd. De stroomkring is elektrisch
overbelast of defect.
Het stopcontact is niet afdoende bevei‐
ligd.
De verlengkabel heeft een verkeerde
diameter.
► Neem de gemonteerde wals (3) samen met de
houder (2) weg.
16.2.2
Wals monteren
► Schakel de verticuteermachine uit en trek de
koppeling van de verlengkabel van de stekker
van de verticuteermachine los.
► Zet de verticuteermachine rechtop.
1
1
4
► Steek de verticuteerwals (2) of de wiedeg‐
wals (4) samen met de houder (3) in de
bevestiging.
► Draai de bouten (1) in en haal ze aan.
17 Repareren
17.1
Verticuteermachine repareren
De gebruiker kan de verticuteermachine en de
walsen niet zelf repareren.
► Als de verticuteermachine of de walsen
beschadigd zijn: gebruik de verticuteerma‐
chine of de walsen niet en neem contact op
met een STIHL vakhandelaar.
► Als de waarschuwingsstickers onleesbaar of
beschadigd zijn: laat de waarschuwingsstic‐
kers door een STIHL vakhandelaar vervan‐
gen.
Oplossing
► Steek de stekker en de koppeling
van de verlengkabel in.
► Zoek de oorzaak van het activeren
en verhelp deze. Schakel de kabel‐
beveiligingsschakelaar (zekering) of
de aardlekschakelaar in.
► Schakel andere stroomverbruikers
die op dezelfde stroomkring zijn
aangesloten uit.
► Steek de stekker van de verlengka‐
bel in een correct geaard stopcon‐
tact,
19.1.
► Gebruik een verlengkabel met een
juiste diameter,
16 Onderhoud
2
3
19.3.
0478-670-9910-C